Vaardigheden herhalen leerjaar 1

Vaardigheden herhalen leerjaar 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Vaardigheden herhalen leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling les:
Tijdens deze les staan de vaardigheden die jullie in leerjaar 1 hebben gehad of gehad zouden moeten hebben aan bod. 


Slide 2 - Tekstslide

Vaardigheden Geschiedenis leerjaar 1
1. Geschiedenis/ verleden.
2. prehistorie / historie
3. primaire en secundaire bronnen.
4. geschreven en ongeschreven bronnen.
5. oorzaak, gevolg en aanleiding.
6. feit en mening.
7. gebondenheid aan tijd en plaats
8. betrouwbaarheid van bronnen.
9. Tijdvakken.

Slide 3 - Tekstslide

Vaardigheid 2: Prehistorie en historie
Historie = geschiedenis , pre= voor

Prehistorie, voor de geschiedenis, voordat mensen  schrift kenden.

Historie begint vanaf het moment dat mensen schrift gaan gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

vaardigheid 3: primaire en secundaire bronnen.
primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt)

Slide 5 - Tekstslide

Vaardigheid 4: geschreven en ongeschreven bronnen

geschreven bron: een bron die schrifttekens bevat.
ongeschreven bron: een bron die geen schrifttekens bevat.

Slide 6 - Tekstslide

Vaardigheid 5: Oorzaak, gevolg, aanleiding

oorzaak:geeft aan waarom of waardoor iets
gebeurt.
gevolg: datgene dat gebeurd na de oorzaak.
aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een
gebeurtenis

Slide 7 - Tekstslide

Vaardigheid 6: Feit en mening
feit: is iets dat we kunnen controleren
mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Slide 8 - Tekstslide

Vaardigheid 7: Gebondenheid aan tijd en plaats
Wat iemand van iets vindt wordt bepaald door de tijd waarin hij geboren is en de plaats waar hij vandaan komt. 

Opdracht in jullie schrift geef een voorbeeld van=>
1 Tijdgebondenheid: 
2 Plaatsgebondenheid

Slide 9 - Tekstslide

Vaardigheid 8: Betrouwbaarheid van bronnen
1. Wanneer is de bron gemaakt?
2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide