Anatomie 2.6.1

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



week 6 les 1
Leerjaar 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



week 6 les 1
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Rapid 
  2. Herhaling vorige les 
  3. Lesindeling en lesdoelen
  4. Theorie brandwonden 
  5. Theorie bewegingsapparaat
  6. Zelf aan de slag
  7. Huiswerk en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les(sen)

  • Wat is de oorzaak van psoriasis?
  • Door welke bacterie wordt impetigo veroorzaakt?
  • Waarom is een furunkel bij de neus en de bovenlip gevaarlijk?
  • Welke aandoeningen worden veroorzaakt door het herpes zoster virus?
  • Kan je genezen van het herpes simplex virus?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  1. De drie gradaties van brandwonden van elkaar onderscheiden en de kenmerken per gradatie benoemen
  2. Uitleggen welke stappen van EHBO je onderneemt bij brandwonden
  3. Vertellen welke functies het menselijk skelet heeft
  4. De 5 soorten botten van het menselijk lichaam benoemen
  5. Uitleggen hoe een bot is opgebouwd
  6. De 3 soorten botcellen benoemen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden
Brandwond: Beschadiging van de huid door warmte, elektriciteit of een chemische stof

  • 35 000 bij huisarts
  • 1500 bij ziekenhuis
  • 500 bij brandwondencentra
  • 200 sterfgevallen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden
Ernst van brandwonden:
  • Oorzaak van de verbranding
  • Temperatuur van hittebron
  • Leeftijd van patiënt
  • Plaats van verbranding
  • Tijd van inwerking

3 gradaties: O.b.v. huidlagen

Slide 6 - Tekstslide

Bij hitte ook de temperatuur van de warmtebron

Bij ouderen is de huid dunner en is er sprake van een slechtere afweer

Gradaties zijn gebaseerd op de diepte van aantasting (welke huidlagen zijn aangetast)
Oppervlakkige brandwonden
1. Eerstegraads brandwonden: Aantasting opperhuid
  • Roodheid door toename doorbloeding
  • Pijnlijk door intacte zenuwen
  • Duur: 7 dagen

2. Oppervlakkige tweedegraads brandwonden:
 Aantasting
opperhuid en bovenste laag lederhuid
  • Blaarvorming, extreem pijnlijk (maximale prikkeling)
  • Duur: 14 dagen

Slide 7 - Tekstslide

Oppervlakkige brandwonden herstellen spontaan

tweedegraads: roodheid, nat, soepel
Diepe brandwonden
3. Diepe tweedegraads brandwonden: Aantasting opperhuid en hele lederhuid
  • Rood/witte verkleuring, vochtig, blaren
  • Verminderde doorbloeding, gevoelsverlies

4. Derdegraads brandwonden: Aantasting opperhuid, lederhuid
en onderliggende structuren
  •  Spieren zijn aangedaan, Witte of verschroeide kleur
  • Minder pijnlijk dan verwacht!

Slide 8 - Tekstslide

Genezing kost veel tijd en gaat gepaard met littekenvorming

Onderliggende structuren: vetweefsel, pezen, spieren
Risico's brandwonden
Waarom kunnen brandwonden dodelijk zijn?
  • Lichaam verliest veel vocht/kan
      in shock raken
  • Risico op infectie
  • Onderkoeling

Inschatting: Regel van 9
  • Hand is ongeveer 1%

Slide 9 - Tekstslide

De huid is een orgaan met veel functies zoals warmte en vocht in het lichaam houden en kou en bacteriën erbuiten. Door een brandwond worden deze functies ernstig aangetast of vervallen helemaal. Veel vochtverlies kan leiden tot shock, onderkoeling kan makkelijker optreden, kapotte blaren vormen een groot gevaar op infectie en het risico op tetanus is bij brandwonden aanwezig.

Wanneer een brandwond groter is dan 20% van het lichaamsoppervlak dan is er kans dat shock optreedt. Dit komt doordat via de brandwond lichaamsvocht (bloedplasma) het lichaam verlaat. Bij te veel verlies van vocht treedt er een tekort aan volume in de bloedvaten op

De regel van 9 is een goede manier om te meten hoeveel procent van het oppervlak van het lichaam verbrand is. Hierbij staat ieder lichaamsdeel voor 9% of een meervoud daarvan behalve het geslachtsdeel.

Brandwonden > 10% van het lichaamsoppervlak
Brandwonden > 5% van het lichaamsoppervlak bij kinderen
Derdegraads brandwonden > 5% van het lichaamsoppervlak

Slide 10 - Tekstslide

https://richtlijnen.nhg.org/behandelrichtlijnen/brandwonden#volledige-tekst 
EHBO
  1. Denk aan jezelf!
  2. 'Stop, drop and roll'
  3. Doof de vlammen
  4. Verwijder kleding
  5. Koelen voor 10-20 minuten (lauwwarm water)
  6. Voorkom onderkoeling
  7. Laat bij ernstige verbranding 112 bellen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Expert College:
Anatomie en Fysiologie: Botten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke e-learning heb je gewerkt?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

skelet/ bewegingsapparaat
Skelet: 206 botten
  • Beweging (aanhechting spieren)
  • Bescherming (zachte weefsels en organen)
  • Bloedcelproductie (rode beenmerg)
  • Opslag mineralen en energie (o.a. calcium)
  • Steun en vorm

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten botten
  1. Pijpbeenderen: Lang en dun (dijbeen, opperarmbeen)

  2. Korte beenderen: Net zo breed als lang (hand-/voetwortel)

  3. Platte beenderen: Breed en plat (schedel, schouderblad)

  4. Onregelmatig gevormde beenderen (rugwervel, bekken)

  5. Sesambeenderen: Zit vast in pees (knieschijf)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bot
Sponsachtig botweefsel
  • Bevat rood/geel beenmerg
  • Bevat aders en slagaders voor voeding 
Hard, compact botweefsel
  • Bevat bloedvaten, zenuwen en lymfevaten
Botvlies/beenvlies/periost
  • Stugge aanhechtingsplaats voor pezen en bindweefselbanden
  • Bevat botvormende cellen (osteoblasten)

Slide 18 - Tekstslide

Rode beenmerg maakt bloed aan
Gele beenmerg is energiereserve (vetcellen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botcellen in botvlies
Zorgen voor remodellering: opbouw en afbraak
  • Vernieuwen van botweefsel
  • Extra stevigheid bot
  • Herstel van botbreuken

Osteoclasten: breken het bot af
Osteoblasten: bouwen het bot op (ossificatie)
Osteocyt: onderhoudt het bot
Collageen
Calcium
Fosfaat
Bot

Slide 20 - Tekstslide

Als een osteoblast helemaal omringt is door zelfgeproduceerd botweefsel, verandert deze in een osteocyt
- onderhoudt het bot door uitwisseling van stoffen tussen bloedvaten en botcellen
- regelen calcium in bloed door opbouw en afbraak bot

Rode cirkel is botmatrix
Botgroei
  • Vanuit kraakbeen en bindweefsel: Voor de geboorte

  • In de lengte: Groeischijven (embryonaal kraakbeen)
    - Tot het einde van de puberteit

  • In de breedte: door de osteoblasten onder botvlies

Slide 21 - Tekstslide

kraakbeen -> bij afbraak komt calcium vrij -> calcium slaat neer -> bloedvaten + osteoblasten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maken Expert College 
Anatomie en Fysiologie: Botten 
- tot en met 'Botten en Gewrichten'

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies