Engels in de praktijk deel 3 hfd 2 Past Simple (onregelmatige werkwoorden.

Verledentijd
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Verledentijd

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
Past Simple?
A
simpele woorden
B
verleden tijd
C
tegenwoordige tijd
D
voorbij simpel

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de regel van de regelmatige
werkwoorden in het Engels?
A
woord + et dus: walket
B
woord + ed dus: walked
C
hele werkwoord
D
moet je uit je hoofd leren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verleden tijd van het woord
dans? (dance)

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de verledentijd
van to score?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verleden tijd van
to cry?
A
cryd
B
cryed
C
cried
D
heeft geen verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de regel bij
onregelmatige werkwoorden?
A
woord + ed
B
woord + et
C
dat kan je niet weten
D
moet je uit je hoofd leren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... in the pool (swim)
Ik zwom in het zwembad.
Wat moet op de ...?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... up the stairs (walk)
Ik loop op de trap.
Wat moet op de ...?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.