In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Chromosomen
Slide 1 - Tekstslide
Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg 1.4
5. Maakwerk
6. Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Mensen bestaan uit .........
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
menselijke cellen
Slide 3 - Quizvraag
Welke kleine groene korrels liggen in het celplasma van veel plantaardige cellen?
A
bladgroenkorrels
B
cellen
C
celwanden
D
plantaardige cellen
Slide 4 - Quizvraag
het materiaal tussen de cellen heet:
A
celmembraan
B
cytoplasma
C
tussencelstof
D
cellen
Slide 5 - Quizvraag
Welke cel heeft een celwand?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden
Slide 6 - Quizvraag
DNA en genen
Chromosomen liggen in de celkern. Chromosomen bestaan uit DNA met histonen (eiwitten). Chromosomen zijn alleen zichtbaar tijdens de deling, dan zijn ze opgerold.
Slide 7 - Tekstslide
DNA
Deoxyribosenucleïnezuur. Bestaat uit 4 basen, A, T, C en G. Samen maken ze alle codes met informatie.
Slide 8 - Tekstslide
Karyogram
Slide 9 - Tekstslide
Genen en allelen
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kom je aan je chromosomen
Van elk chromosoom zijn er twee. 1 van vader en 1 van moeder.
Een mens heeft 23 chromosomenparen, 46 chromosomen in totaal.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern
Slide 13 - Quizvraag
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 14 - Quizvraag
De chromosomen in de cellen van je lever bevatten de informatie voor je oogkleur?
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Bij een kikker bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 13 chromosomen.
Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen?
In lichaamscellen komen chromosomen in paren voor.