Bedreiging / Diefstal / Verduistering

Dagopening
Lezen Johannes 10 1-14
Herder of rovers en dieven?
Zingen psalm 23:1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dagopening
Lezen Johannes 10 1-14
Herder of rovers en dieven?
Zingen psalm 23:1

Slide 1 - Tekstslide

deze les..


-dagopening
-check in
-uitleg diefstal
-uitleg verduistering
-gezamenlijk opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
-je kan uitleggen wat juridisch gezien
  • diefstal is
  • verduistering is
  • verduistering in dienstbetrekking is

Slide 3 - Tekstslide


Diefstal 310 strafrecht
Verduistering 321 strafrecht
Verduistering in dienstbetrekking 322 strafrecht

Slide 4 - Tekstslide

Artikel 310 SR
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefststal.

Slide 5 - Tekstslide

Artikel 321 Verduistering
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering.

Slide 6 - Tekstslide

Artikel 322Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wie heeft er zin in de les?
ik! natuurlijk!
poeh, had liever in mn bed blijven liggen..

Slide 9 - Poll

Wie is de wetgevende macht?

Slide 10 - Open vraag

rechtsprekende macht heeft drie rechtscollege's. Wat is geen rechtscollege?
A
de rechtbank
B
het gerechtshof
C
advocatenbureau
D
de hoge raad

Slide 11 - Quizvraag

de belangrijkste wet van nederland is
A
wetboek van strafrecht
B
burgerlijk wetboek
C
grondwet
D
wegenverkeerswet

Slide 12 - Quizvraag

Je hebt publiek en privaat recht.
Strafrecht is een onderdeel van..
A
Publiekrecht
B
Privaatrecht

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt drie machten..
De wetgevende, de rechtsprekende en uitvoerende macht. Wie zijn de uitvoerende macht?
A
boa's politie
B
rechters
C
eerste en tweede kamer

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen misdrijven en overtredingen?

Slide 15 - Open vraag

poging tot overtreding is strafbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Strafuitsluitingsgronden
A
Ontoerekeningsvatbaar
B
Overmacht
C
Per ongeluk
D
Noodweer

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

art 285 strafrecht
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting.

Slide 19 - Tekstslide

Aan welke drie eisen moet zijn voldaan om een bedreiging strafbaar te maken? Welke is gaat niet op?



A
Alleen de concrete bedreigingen die in artikel 285 worden genoemd, zijn strafbaar.
B
De bedreiging moet op personen zijn gericht.
C
bij de bedreigde moet ook bang zijn dat het gebeurd
D
Er moet met opzet zijn bedreigd.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een echte bedreiging
A
Nu maak ik je dood
B
Ik ben er klaar mee, ik pak je
C
Wat is een voorbeeld van een strafbare bedreiging? Nu maak ik je dood. Volgens mij heb jij een leuke dochter.
D
Kom maar eens langs als je durft.

Slide 21 - Quizvraag

wanneer is een bedreiging niet strafbaar?
A
als hij niet in art 285 wordt genoemd
B
als er geen bloed vloeit
C
als het in het daglicht gebeurd
D
als het niet schriftelijk is

Slide 22 - Quizvraag

Noem wat elementen die belangrijk zijn bij diefstal

Slide 23 - Woordweb

...met het 'oogmerk' om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Oogmerk betekent..

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent in artikel 310 ‘wederrechtelijk’?





A
Het mag niet volgens het geschreven recht.
B
C
Je hebt het strafbare feit gezien.
D
Het is gedaan met opzettelijke bedoeling.

Slide 25 - Quizvraag

je bent beveiliger.. een mevrouw komt naar je toe en geeft aan dat haar portemonnee is gerold. We spreken dan van..
A
diefstal
B
verduistering
C
D
slordigheid

Slide 26 - Quizvraag

wat is het grote verschil tussen verduistering en diefstal

Slide 27 - Open vraag

Geef een voorbeeld waarin iemand verdachte is van 'verduistering in dienstbetrekking'

Slide 28 - Open vraag