Sub-les 2 spelling

Sub-les 2 spelling
Spelling 
- meervouden
- tussenletters
- aan elkaar of los
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sub-les 2 spelling
Spelling 
- meervouden
- tussenletters
- aan elkaar of los

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Vooruitblik: aan het einde van deze les weet je wat je niveau is op het gebied van deze 3 spellingskwesties en heb je de regels gehoord voor de 3 onderdelen en kun je ze toepassen

Terugblik: wat weet en kun je al van deze 3 onderdelen?
Instructie spelling
Samen inoefenen
Aan het werk met de oefeningen 4&5: 
2F of 3F--> taalverzorging--> spelling--> meervoudswoorden
2F of 3F--> taalverzorging--> spelling-->aaneenschrijven en tussenklanken                                            Bespreken en afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meervoud van genie?
A
genieën
B
genies
C
geniën

Slide 3 - Quizvraag

Welke is juist geschreven?
A
maximum snelheid
B
maximumsnelheid

Slide 4 - Quizvraag

Welke is juist geschreven?
A
blauwekaassaus
B
blauwe kaassaus

Slide 5 - Quizvraag

Welke is juist?
A
geboortecijfer
B
geboortencijfer

Slide 6 - Quizvraag

Welke is juist geschreven?
A
groentepakket
B
groentenpakket

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van moskee?
A
moskeeën
B
moskees

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke is juist?
A
horloges
B
horloge's

Slide 15 - Quizvraag

WELKE IS JUIST?
A
Bacteriën
B
Bacterieën

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke is juist?
A
paardenbloem
B
paardebloem

Slide 27 - Quizvraag

Welke is juist?
A
geboortencijfer
B
Geboortecijfer

Slide 28 - Quizvraag

Welke is juist?
A
zonnestraal
B
zonnenstraal

Slide 29 - Quizvraag

Aan het werk
2F of 3F--> taalverzorging--> spelling--> meervoudswoorden--> opdracht 4&5
2F of 3F--> taalverzorging--> spelling-->aaneenschrijven en tussenklanken--> opdracht 4&5

Slide 30 - Tekstslide