2.3.2 Straling en spiegelbeeld

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1,3

Straling en spiegelbeeld

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe een spiegel werkt.
  
• Je kunt beschrijven wat het verschil is tussen spiegelende en diffuse weerkaatsing (=reflectie).
  
• Je kunt in een tekening de normaal, de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing aanwijzen en benoemen.
  
• Je weet dat bij een spiegel de hoek van inval even groot is als de hoek van terugkaatsing.
  

Waar is het spiegelbeeld?

1. Voor de spiegel
2. Op de spiegel
3. Achter de spiegel

Waar is het spiegelbeeld?

1. Onder het water
2. Op het water
3. Boven het water

Het spiegelbeeld dat je in een glazen ruit ziet bevindt zich op het glas.

1. Waar
2. Niet waar

Lichtstralen

Lichtstralen

Lichtstralen tekenen we als rechte lijnen met een pijltje in de richting waarin het zich voortplant.

Diffuse terugkaatsing

Witte muur weerkaatst het licht in alle richtingen omdat het een ruwe oppervlakte is. Dit heet diffuse terugkaatsing.

Terugkaatsing noem je ook wel reflectie. 

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Waar bevindt het spiegelbeeld zich?

1. loodrecht achter de spiegel
2. in de spiegel
3. voor de spiegel
4. op de plaats van het voorwerp

Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?

1. De normaal
2. Hoek van inval
3. Hoek van terugkaatsing
4. geen idee

Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?

1. Van spiegelbeeld tot spiegel is groter
2. Van voorwerp tot spiegel is groter
3. Beide afstanden zijn evengroot

Spiegelbeelden zien

Spiegelwet

Een lichtstraal die op 

een spiegel valt, kaatst 

onder dezelfde hoek 

weer terug.

Hoek van inval = hoek van terugkaatsing 

hoek i = hoek t