Spelling - bakker en jager
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vul 4 jager-woorden in.
Slide 2 - Woordweb
Vul 4 bakker-woorden in.
Slide 3 - Woordweb
welk woord is fout?
A
ladder
B
meeter
C
lader
D
prikken
Slide 4 - Quizvraag
welk woord is fout?
A
tafel
B
beker
C
kassen
D
jufen
Slide 5 - Quizvraag
welk woord is fout?
A
opladen
B
geele
C
bloembollen
D
wakker
Slide 6 - Quizvraag
welk woord is fout?
A
lezen
B
Paasen
C
lessen
D
tassen
Slide 7 - Quizvraag
jager
bakker
leraar
fluwelen
heerschappij
bakker
interesse
commandant
energie
Slide 8 - Sleepvraag
Neem nu een ... op het tijdschrift Vroeger!
Slide 9 - Open vraag
Lees alles over de .... oorlog.
Slide 10 - Open vraag
Neem een kijkje achter het .... gordijn.
Slide 11 - Open vraag
Welk woord is goed gespeld?
A
formuuleering
B
formuleering
C
formuulering
D
formulering
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
interesse
B
interresse
C
intresse
D
interese
Slide 13 - Quizvraag
Een gevolg is ook wel een .............
Slide 14 - Open vraag
Welk woord is fout gespeld?
A
probleematiek
B
commandant
C
effect
D
anoniem
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord is fout gespeld?
A
terrorisme
B
defensie
C
document
D
abbonnement
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord is fout gespeld?
A
moreel
B
formulering
C
comissaris
D
detail
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord heeft een open lettergreep
A
bakker
B
kopen
C
mollen
D
feest
Slide 18 - Quizvraag
Sleep de woorden naar het goede vak.
Woorden met een open lettergreep
Woorden zonder een open lettergreep
apen
muren
hekken
sokken
noten
bakker
Slide 19 - Sleepvraag
Welk woord heeft een gesloten
lettergreep
lettergreep
A
bakker
B
jager
C
lopen
D
molen
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord heeft een gesloten
lettergreep
lettergreep
A
gapen
B
wonen
C
winnen
D
schapen
Slide 21 - Quizvraag
Open lettergreep
gesloten lettergreep
slapen
mollen
bakker
poppen
molen
Slide 22 - Sleepvraag
Hoe schrijf ik het woord?
A
kloken
B
klokken
C
klooken
D
klookken
Slide 23 - Quizvraag
Het goede woord is:
A
visen
B
viessen
C
vissen
D
viesen
Slide 24 - Quizvraag
Het goede antwoord is:
A
mugen
B
muggen
C
muugen
D
muuggen
Slide 25 - Quizvraag
Het goede antwoord is:
A
klapen
B
klaapen
C
klaappen
D
klappen
Slide 26 - Quizvraag
Het goede woord is:
A
kieppen
B
kiepen
C
kipen
D
kippen
Slide 27 - Quizvraag
Schrijf het woord op:
Slide 28 - Open vraag
Ik kan woorden als jager en bakker al goed schrijven.
Ik kan ze altijd goed schrijven.
Ik kan ze vaak goed schrijven.
Ik schrijf ze soms goed.
Ik heb moeite met deze woorden.
