Persoonlijke verzorging rol Verzorgende-begeleiding, behandeling, signalen

Persoonlijke verzorging
rol Verzorgende-begeleiding, behandeling, signalen

 Learnbeat  8.1 en 8.2   GGZ 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
PVMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging
rol Verzorgende-begeleiding, behandeling, signalen

 Learnbeat  8.1 en 8.2   GGZ 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GGZ




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GGZ 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De psychiatrie is een veelzijdig vakgebied. Dat komt omdat psychiatrische ziektebeelden erg verschillend kunnen zijn.
 Iemand met een lichte depressie of een acute psychose heeft andere zorg en behandelingen nodig dan iemand met een langer durende psychiatrische aandoening.

 
Om iedereen de zorg te geven die hij nodig heeft, is er veel variatie in instellingen en zorgvormen.  


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Denk maar aan de onderdelen die sinds 2015 de ‘oude’ GGZ-instellingen hebben vervangen en betaald worden vanuit de: 
  •  Zorgverzekeringswet (Zvw, de basisverzekering) en de 
  • Wet langdurige zorg (Wlz).
Zorgvormen binnen de GGZ:
-Basis-GGZ
Specialistische GGZ: ambulante zorg, klinische zorg en langdurig klinische zorg maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De uitvoering (en betaling) van deze wet ligt bij de gemeente. 
Eerstelijnszorg (zoals POH-GGZ)
Daarnaast zijn er onderdelen bijgekomen die aangestuurd worden vanuit de Wet

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie van zorg
  1. PraktijkOndersteuner Huisartsenzorg GGZ  
  2. Basis-GGZ
  3. Specialistische GGZ (ambulante (FACT/IHT), klinische- en langdurige zorg)

3. 

Slide 7 - Tekstslide

Specialistisch: er wordt doorverwijst dus is er vnl. sprake van een zware en/of ingewikkelde psychische aandoening waarbij intensieve(re) behandeling nodig is.

FACT = FACT staat voor Flexibele Assertive Community Treatment. 
FACT-teams stellen tijdens de behandeling samen met de cliënt (en de naasten) doelen op. Deze doelen richten zich naast de behandeling van de symptomen, ook op het opbouwen van een zinvol bestaan. 
De behandeling door de FACT-teams vindt plaats in de eigen omgeving van de cliënt, om zo goed mogelijk aansluiting te vinden bij zaken waar hij/zij tegenaan loopt. Als dat wenselijk is, zoekt het team ook contact met naasten, de buurt en eventueel andere instanties. Denk daarbij aan de huisarts, de woningcoöperatie of de wijkagent.

De Intensive Home Treatment teams (IHT) zijn teams die een belangrijke bijdrage leveren om mensen met ernstige psychiatrische problemen in hun thuissituatie te begeleiden en te behandelen.
Organisatie van de GGZ
 Zorgvormen binnen de GGZ:
Basis-GGZ
Specialistische GGZ: ambulante zorg, klinische zorg en langdurig klinische zorg
Eerstelijnszorg (zoals POH-GGZ)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Documentaire FACT wijkteam

Tekst

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AAN DE SLAG
Lees 8.1 B  Opgave 4 en Opgave 5
Maak  Opgave 6 'pas je kennis toe' 
Lees Opgave 7
Maak Opgave 8 'Pas je kennis toe'
Lees Opgave 9 en 
Maak Opgave 10 'Pas je kennis toe'




timer
0:15

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem enkele vormen van psychiatrische zorg

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8.1 C    werken in de GGZ 
Zorgvragers in de geestelijke gezondheidszorg
De psychiatrische zorg kan grofweg ingedeeld worden in vijf categorieën:

- acute psychiatrie
ambulante psychiatrie
langdurige psychiatrie
ouderenpsychiatrie
kinder- en jeugdpsychiatrie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je aan bij crisisopvang in de GGZ?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Acute psychiatrie
Bij acute psychiatrie moet je denken aan crisisopvang en -interventie. De acute psychiatrie biedt bescherming en begeleiding aan mensen in een crisissituatie. Het gaat om zorgvragers met acute psychiatrische problemen, zoals een psychose, een poging tot zelfdoding of een ernstige paniekaanval. Wanneer de crisis is bedwongen, vaak ook met medicatie, wordt samen met de zorgvrager bekeken of verdere behandeling nodig is en welke vorm van therapie geschikt is. Dit kan ambulante of klinische behandeling zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor crisisinterventie kunnen zorgvragers terecht bij:

- de crisisdienst van de Specialistische GGZ
- de crisisopvang op een PAAZ (psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis) of op een MPU (Medisch Psychiatrische Unit, een onderdeel van de PAAZ)
De eerste hulpverlener die gebeld moet worden bij een psychiatrische crisis, is altijd de huisarts. Hij of zij zal dan contact opnemen met de juiste instantie. In het weekend of buiten kantoortijden wordt de huisartsenpost gebeld. De (dienstdoende) huisarts zal dan contact opnemen met de juiste instantie.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Learnbeat 
Lees 8.1 C  en maak opdracht 3 en 4 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huisarts
POH-GGZ
GGZ
Veilig thuis
Ortho-pedagoog
Fysio
Logopedie
Spraak-taal-achterstand
Motorische achterstand
Somatiek uitsluiten
Inventariseren probleem
Comorbide psychiatrische diagnose
Situatie niet veilig
Probleem in gezag
Gebrek aan draagkracht
Redelijke draagkracht
Beperkingen in ≥ 2 milieus

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige keer hebben we het gehad over behandelingen en visie. Benoem een kijk op cliënten in de GGZ:

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier komt vraaggerichte zorg tot uitdrukking?
A
De zorgverlener bepaalt het plan van aanpak en stuurt de cliënt
B
Vraag gestuurde zorg middels PGB
C
De cliënt voegt zich naar degene die de interventies bepaalt
D
De zorgverlener bepaalt de beleving en zorg van de cliënt

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.1 D
Uitgangspunten voor de geestelijke gezondheidszorg Wat zijn de 13 stappen van belevingsgerichte zorg?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je hebt kennis van de organisatie, de zorgvragers en de behandelwijzen binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Je hebt een beeld van de visie op zorg in de psychiatrie.
Je kent het stappenplan voor belevingsgerichte zorg.
Je kunt beschrijven hoe de geestelijke gezondheidszorg is georganiseerd.
Je kunt benoemen welke wetgeving belangrijk is binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Je kunt beschrijven wat suïcidaliteit is.
Je kunt minimaal 2 oorzaken van suïcidaliteit benoemen.
Je bent je bewust van je eigen gevoelens rondom het onderwerp suïcide.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suïcide en suïcidaal gedrag
Suïcide, zelfmoord of zelfdoding is een handeling met een dodelijke afloop
Een suïcidepoging of wel TS (tentamen suïcide) is een handeling zonder dodelijke afloop.

Suïcide- of zelfmoordgedachten zijn alle mentale processen die gericht zijn op het uitvoeren van een handeling om zichzelf te doden of zichzelf te beschadigen (bv suïcidale verlangens, wensen om er niet meer te zijn, fantasieën over een suïcide plan)


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suïcidaliteit
Ongeveer een kwart tot een 
derde van alle mensen die 
zijn overleden door suïcide 
had daarvóór al een 
suïcidepoging gedaan.

Vertrouw op je eigen 
'nietpluisgevoel'

Slide 24 - Tekstslide

https://www.113.nl/sites/default/files/113/informateriaal%202023/Leidraad%20su%C3%AFcidepreventie%20bij%20jongeren.pdf
Suïcide ouderen
In 2017 overleden 281 ouderen (70 jaar en
ouder) door suïcide.
• In totaal overleden 179 mannen en 102 vrouwen
door suïcide.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de risicofactoren voor suïcidaliteit?
Risicofactoren voor suïcidaliteit zijn: psychiatrische aandoeningen, eerdere suïcidepogingen, alcohol- en drugsgebruik, etc.

Slide 26 - Tekstslide

Benadruk het belang van het kennen van risicofactoren voor suïcidaliteit en geef voorbeelden van deze factoren.
Geef middels een foto/ plaatje aan hoe je gevoel is na de les. Wat houd je zoal bezig?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies