Les 5 taalkundig ontleden

Welkom allemaal 
Jassen uit
spullen op tafel (laptops, boek, schrift, pen/potlood)
telefoons in 't zakkie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal 
Jassen uit
spullen op tafel (laptops, boek, schrift, pen/potlood)
telefoons in 't zakkie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Belangrijke informatie  - minder belangrijkste informatie 

Slide 2 - Tekstslide

Het programma 
- het lesdoel 
- voorkennis activeren 
- uitleg 
- oefenen in LessonUp 
- denken - delen - uitwisselen 
- terugkoppeling lesdoel 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik korte zinnen taalkundig ontleden. 

Slide 4 - Tekstslide

Een mooi meisje

Hoe noem je deze woordsoorten?

Slide 5 - Woordweb

Zelfstandige naamwoorden 
  • Zelfstandige naamwoorden geven namen aan personen, dieren, dingen en zaken

Slide 6 - Tekstslide

Lidwoorden en hun rol
  • Lidwoorden horen altijd bij een zelfstandig naamwoord
  • Er zijn drie lidwoorden: de, het en een

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden 
  • Bijvoeglijke naamwoorden geven extra informatie bij een zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Voorzetsels en hun plaatsing
  • Voorzetsels staan 'voor' een element in de zin, vaak voor een zelfstandig naamwoord
  • op, naast, voor, achter .... de kast.... 

Slide 9 - Tekstslide

 voornaamwoorden
  • Voornaamwoorden verwijzen naar personen, dieren, dingen, eigennamen of zelfstandig naamwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden en hun vervoeging
  • Werkwoorden geven een 'werking' aan 

Slide 11 - Tekstslide

Wat geven werkwoorden aan?
A
Verwijzingen naar personen, dieren, dingen, eigennamen of zelfstandig naamwoorden
B
Een 'werking' aan
C
Namen aan personen, dieren, dingen en zaken
D
Extra informatie bij een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

In welke antwoorden kom je voorzetels tegen?
A
de jongen
B
Achter de kast
C
Op de tafel
D
gedurende het feest

Slide 13 - Quizvraag

Wat geven bijvoeglijke naamwoorden?
A
Extra informatie bij een zelfstandig naamwoord
B
Verwijzingen naar personen, dieren, dingen, eigennamen of zelfstandig naamwoorden
C
Namen aan personen, dieren, dingen en zaken
D
Een 'werking' aan

Slide 14 - Quizvraag

Welke lidwoorden zijn er?
A
voor, achter, naast
B
bij, naar, van
C
in, op, met
D
de, het, een

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
Woorden die een 'werking' aangeven
B
Woorden die extra informatie geven bij een zelfstandig naamwoord
C
Woorden die namen geven aan personen, dieren, dingen en zaken

Slide 16 - Quizvraag

Aantekening maken: woordsoorten
  • Zelfstandig naamwoord: Geeft een 'naam' aan 'zelfstandige' dingen
  • Lidwoord: de, het, een 
  • Bijvoeglijk naamwoord: Geeft extra informatie bij een zelfstandig naamwoord
  • Voorzetsel: Een woord dat je 'voor' een element in de zin 'zet'
  • Voornaamwoord: Een woord dat verwijst naar personen, dieren, dingen, eigennamen of naar een zelfstandig naamwoord 
  • Werkwoord: Een woord dat een 'werking' aangeeft

Slide 17 - Tekstslide

Denken - delen - uitwisselen 
- Jullie gaan straks drie zinnen taalkundig ontleden in stilte (8-10 minuten). 

- Daarna gaan jullie met je buurman/buurvrouw bespreken wat volgens jullie het goede antwoord moet zijn (5 min)

- Vervolgens gaan we de antwoorden klassikaal bespreken (5). 

Slide 18 - Tekstslide

Denken - delen - uitwisselen 
Zin 1: Rome is een gastvrije stad. 

Zin 2: Deze musical is ouderwets. 

Zin 3: Hij danst tijdens het feest op. 

Slide 19 - Tekstslide

Is het lesdoel behaald? 
  • Aan het einde van de les kan ik korte zinnen taalkundig ontleden. 

Slide 20 - Tekstslide