Leesvaardigheid (5) VWO-1A

GOEDEMORGEN!



Leuk dat je er bent!

We gaan zo beginnen...
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

GOEDEMORGEN!



Leuk dat je er bent!

We gaan zo beginnen...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Denk na over de volgende vraag:
Wat was ook alweer het verschil tussen een werkwoordelijk gezegde en een naamwoordelijk gezegde?



Slide 2 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
              Startklaar
  • Ik zit op mijn plek.
  • Mijn telefoon staat uit en zit in mijn tas.
  • Man jas hangt over de stoel, mijn oortjes zitten in mijn tas, mijn tas staat op de grond, mijn mond is leeg.
  • Mijn schoolspullen liggen op tafel: boek, laptop (gesloten), etui, pen en papier.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
1.Aanwezigheid

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
1.Aanwezigheid

Slide 5 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
         Wat gaan we vandaag doen?

  • Grammatica: zinsontleding
  • Bespreken hoe het eerste S.O.'tje eruit ziet.
  • De opdrachten van vóór de vakantie bespreken.
  • We gaan nieuwe opdrachten maken.

Slide 6 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Werkwoordelijk gezegde =
alle werkwoorden in de zin

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Werkwoordelijk gezegde =
alle werkwoorden in de zin

Slide 8 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Waaruit bestaat een naamwoordelijk gezegde?
A
koppelwerkwoord + een zelfstandig werkwoord
B
bijvoeglijk naamwoord + zelfst. naamwoord
C
koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel
D
bijvoeglijk naamwoord + koppelwerkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem de negen koppelwerkwoorden

Slide 10 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen heten, dunken, vóórkomen.

Slide 11 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?

Slide 12 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Wij zien scholieren.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij zijn scholieren.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij zijn aardig.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vrouw wordt ziek.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vrouw wordt gezien.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het boek schijnt mooi te zijn.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zon schijnt
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zon schijnt.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het naamwoordelijk deel bestaat altijd:
A
uit één zelfstandig naamwoord
B
uit één bijvoeglijk naamwoord
C
uit één bijvoeglijk en één zelfstandig naamwoord
D
een naamwoord (plus eventuele woorden eromheen).

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het naamwoordelijk deel in de zin "Wij zijn aardige leerlingen" is:
A
Wij
B
leerlingen
C
zijn leerlingen
D
aardige leerlingen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoordelijk deel van een naamwoordelijk gezegde bestaat altijd :
A
alle koppelwerkwoorden in de zin
B
één koppelwerkwoord
C
één hulpwerkwoord
D
één koppelwerkwoord en één hulpwerkwoord

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoordelijk deel in de zin "Zij schijnt aardig te zijn" is:
A
schijnt
B
schijnt
C
schijnt aardig te zijn
D
schijnt te zijn

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het naamwoordelijk gezegde in de zin "Ik heet Jan" is:
A
Ik
B
Ik heet
C
heet Jan
D
Ik heet Jan

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het naamwoordelijk gezegde in de zin "Mijn aardige buurvrouw blijkt docent te zijn geweest" is:
A
blijkt
B
blijkt docent
C
blijkt docent te zijn
D
blijkt docent te zijn geweest

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe bepaal je wat het gezegde in de zin is?

Slide 27 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Heb je de lesstof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
  1. R Je leert / herhaalt begrippen die met "leesvaardigheid" te maken hebben.
  2. T1 Je benoemt de onderdelen van een korte tekst.
  3. T2 Je legt aan de hand van een tekst uit wat een "tekststructuur" is.
  4. Je gebruikt jouw kennis over tekststructuren om voorspellingen te doen over de opbouw van een tekst.


Slide 29 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Leerdoel 1
R Je herhaalt de belangrijkste begrippen die met "leesvaardigheid" te maken hebben.

Slide 30 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Leerdoel 1: controle
Heb jij de definities opgeschreven van alle begrippen?

- de leesvaardigheid
- het onderwerp
- het tekstdoel
- de tekstsoort
-het deelonderwerp
- de tekststructuur

Slide 31 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Leerdoel 2
T1 Je benoemt de onderdelen van een korte tekst.

- onderwerp
- tekstdoel
- tekstsoort
- tekststructuur

Slide 32 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Opdracht
Ga naar het handboek, p. 51
                                    Lees de tekst.  Benoem:
                                                                       - het onderwerp
                                                                       - tekstdoel
                                                                       - de deelonderwerpen
                                                                        - de tekststructuur
              Al klaar? Vergelijk jouw antwoorden op fluistertoon met een buurvrouw of buurman.

Slide 33 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
De tekst bespreken (1)
Heb je vragen over de tekst?

Waren er woorden die je niet begrijpt?

Waren er stukken die je moeilijk vindt?

Slide 34 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
De tekst bespreken (2)
we vergelijken onze antwoorden.
Benoem:
                                                                      - het onderwerp
                                                                       - tekstdoel
                                                                       - de deelonderwerpen
                                                                        - de tekststructuur

Slide 35 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
           Leerdoel 2: controle
Heb jij de tekstdelen kunnen benoemen?

Welke delen vind jij nog moeilijk?

Slide 36 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Leerdoel 3
T2 Je legt aan de hand van een tekst uit wat een "tekststructuur" is.

Slide 37 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Opdracht
Ga naar het oefenboek, p. 62.

Maak in stilte  vraag 2 t/m 4.

       
               Al klaar? Vergelijk je antwoorden dan op fluistertoon met een                                  buurman of buurvrouw.

Slide 38 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
De tekst bespreken (1)
Heb je vragen over de tekst?

Zijn er woorden die je niet begrijpt?

Zijn er stukken die je moeilijk vindt?

Slide 39 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
De tekst bespreken (2)
we vergelijken onze antwoorden.

Verbeter je antwoorden of vul ze aan!

Slide 40 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
           Leerdoel 3: controle
Kun jij aan de hand van de gelezen teksten vertellen hoe je een tekststructuur kunt herkennen?

Slide 41 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
           Leerdoel 4
Je gebruikt jouw kennis over tekststructuren om voorspellingen te doen over de opbouw van een tekst.

Slide 42 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Opdracht
Sla het oefenboek open op p. 63.

Maak vraag 5, 6 en 7.


               Al klaar? Vergelijk jouw antwoorden dan op fluistertoon met een buurvrouw of buurman.

Slide 43 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Antwoorden bespreken
Verbeter je antwoorden / vul je antwoorden aan.

Slide 44 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
           Leerdoel 4: controle
Kun jij aan de hand van de gelezen teksten vertellen hoe je een tekststructuur kunt gebruiken om tekststructuren te voorspellen?

Slide 45 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Terugkijken 
op de leerdoelen
R Je leert / herhaalt begrippen die met "leesvaardigheid" te maken hebben.
T1 Je benoemt de onderdelen van een korte tekst.
T2 Je legt aan de hand van een tekst uit wat een "tekststructuur" is.
Je gebruikt jouw kennis over tekststructuren om voorspellingen te doen over de opbouw van een tekst.

Slide 46 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Terugblik
- Wat ik geleerd heb, is ...

- Wat ik moeilijk vind, is...

- Waar ik meer over wil weten, is ...


Slide 47 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

            Verdieping

Slide 48 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
      Een overzicht van de tekst
Door te kijken naar titel, plaatjes, de eerste alinea en tussenkopjes kun je een idee krijgen van:

- Het onderwerp van een tekst.
- Het tekstdoel.
- De indeling in deelonderwerpen.

Zo krijg je dus snel een overzicht  van de tekst.

Slide 49 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
      Oriënterend lezen
Door te kijken naar titel, plaatjes, de eerste alinea en tussenkopjes ben je de tekst aan het verkennen.

Een ander woord voor verkennen is oriënteren.

Door "oriënterend lezen" krijg je een eerste overzicht van de inhoud  en opbouw van de tekst.

Slide 50 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Slide 51 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Slide 52 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
           Begrippen
           uit deze les
  • Leesvaardigheid
  • Vormen van "lezen"
  • Koffiedik kijken
  • Bottom-up lezen
  • Top-down lezen
  • Onderwerp
  • Tekstdoel
  • Deelonderwerpen
  • Oriënterend lezen

Slide 53 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Woordsoorten
Welke woordsoorten ken je allemaal?

Geef van elke woordsoort een voorbeeld.

Slide 54 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Zinsdelen
Welke zinsdelen ken je allemaal?

Geef van elk zinsdeel een voorbeeld.

Slide 55 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
NUMO-tijd!

Slide 56 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies