Thema 6 start gedrag

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling oog/leerdoelen
  • Intro gedrag - uitleg
  • Gedrag opdracht?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling oog/leerdoelen
  • Intro gedrag - uitleg
  • Gedrag opdracht?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven. 
-Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven
-Je kunt uitleggen hoe bijziendheid en verziendheid ontstaan.
-Je kan aangeven hoe de pupilreflex werkt.



Slide 2 - Tekstslide

Wat is de gele vlek?
A
Laag pigment achter het netvlies.
B
Gedeelte van het netvlies, waarop voornamelijk kegeltjes zijn geconcentreerd.
C
Doorzichtig deel van het oog dat tussen de lens en het netvlies ligt.
D
Het gedeelte van het netvlies, waarop voornamelijk staafjes zijn geconcentreerd.

Slide 3 - Quizvraag

Kegeltjes en staafjes

Slide 4 - Tekstslide

Verdeling staafjes 
en kegeltjes
Staafjes:
Kegeltjes
overal op netvlies
Gele vlek
lage drempelwaarde
hoge drempelwaarde
zwart/wit, contrast
Kleur

Slide 5 - Tekstslide

Je loopt van buiten naar binnen, je pupillen vergroten, hoe verloopt deze reflex?
A
Impulsen gaan van je oog, naar het CZS (grote hersenen) en vervolgens naar de kringspieren in de iris
B
De impulsen gaan van je oog, naar het CZS (hersenstam) en dan naar de straalsgewijs lopende spieren in de iris
C
De impulsen gaan van je gevoelszenuwcellen in je oog, direct naar de kringspieren in de iris

Slide 6 - Quizvraag

De pupilreflex

Slide 7 - Tekstslide

Hoe stellen je ogen scherp?
dichtbij kijken
veraf kijken
platte lens
bolle lens
slappe lensbandjes
strakke lensbandjes
samengetrokkken accomodatiespier
ontspannen accomodatiespier

Slide 8 - Sleepvraag

Accomodatie reflex
Veraf zien
Dichtbij zien

Slide 9 - Tekstslide

Bijziend/verziend
Bij ouderdomsverziendheid vermindert de elasticiteit van de ooglens. De ooglens heeft moeite met accommoderen. 
Een leesbril is de oplossing. 
Heeft deze + of - glazen? Leg uit waarom.

Slide 10 - Tekstslide

Basisstof 3
Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 11 - Tekstslide

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet, is gedrag.
Gedrag bestaat uit reacties op prikkels.

 Komt tot stand door de werking van spieren of klieren (dus zenuwstelsel).


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gedrag bestaat uit:
Gedragssystemen:   bijv. Voortplantingsgedrag

Bestaat uit subsystemen:   bijv. Vechten, nestbouw, balts, broedzorg
Subsysteem bestaat weer uit handeling: bijv. Binnen de balts: zigzaggen, sidderen, bevruchten, nestingang tonen etc



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Is gedrag erfelijk?
Adequaat gedrag wordt doorgegeven aan nakomelingen
 - via erfelijke eigenschappen (genen) 
 - door leerprocessen 

Door natuurlijke selectie zal de frequentie van gunstig gedrag in de populatie toenemen.

Slide 19 - Tekstslide