Grammatica H2 samentrekking

Planning

Grammatica/Formuleren H2 (15)
Aan de slag! (25)
Nakijken (15)
Quiz (10)
Afsluiten (5)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning

Grammatica/Formuleren H2 (15)
Aan de slag! (25)
Nakijken (15)
Quiz (10)
Afsluiten (5)

Slide 1 - Tekstslide

Samentrekking (H2)
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
De fietsenwinkel verkoopt blauwe fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel, rode fietsen met een zwart zadel of bruin zadel, groene fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel en gele fietsen met een bruin zadel of een zwart zadel.

Slide 3 - Tekstslide

Dat kan korter...
De fietsenwinkel verkoopt blauw, rode, groene en gele fietsen met een zwart of bruin zadel.

Slide 4 - Tekstslide

Waar zie je een samentrekking?
A
keukenstoel en keukentafel
B
zon- en feestdagen
C
dure ringen en dure armbanden
D
hoge bergen en lage bergen

Slide 5 - Quizvraag

3 niveaus 
  • Woordniveau: dameskleding en - (dames)schoenen. Op de plaats van het samengetrokken deel komt een streepje.
  •  Woordgroepsniveau: heerlijk eten en (heerlijk) drinken. Er worden een of meer woorden weggelaten.
  • Zinsniveau: Joris is ingedeeld bij F1 en Floris (is ingedeeld) bij F14. Eén of enkele zinsdelen worden weggelaten.

Slide 6 - Tekstslide

Voorwaartse samentrekking
  • Bij voorwaartse samentrekking wordt het gezamenlijke deel genoemd in het eerste deel van de samentrekking, en weggelaten in de daaropvolgende delen.     

Pak jij de theekopjes en -schoteltjes?
Ik hou meer van oude boeken dan van nieuwe.
         

Slide 7 - Tekstslide

Achterwaartse samentrekking
  • Bij achterwaartse samentrekking gebeurt het omgekeerde: in het laatste lid blijven de gemeenschappelijke delen staan; in de eerdere worden ze weggelaten.     

Ik heb appel-, chocolade- en perentaart.
Hij verzamelt zowel oude als nieuwe boeken.         

Slide 8 - Tekstslide

In deze klas zitten er slimme en bijzonder slimme leerlingen. Hier is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 9 - Quizvraag

Mijn tante Julia houdt erg van reizen, maar durft niet te vliegen. Hier is sprake van een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quizvraag

Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.

A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 2, 3 en 4
Hoe? Lesboek en schrift.
Tijd? 25 minuten.
Hulp? 15 minuten zelfstandig, daarna samenwerken.
Klaar? Formuleren HS 2, opdracht 1 en 3

Slide 12 - Tekstslide

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er sprake van een samentrekking op woordniveau, bij welke op woordgroepsniveau en bij welke op zinsniveau?

Slide 13 - Tekstslide

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quizvraag

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 15 - Quizvraag

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 16 - Quizvraag

feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 17 - Quizvraag

beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 18 - Quizvraag

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 19 - Quizvraag

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er voorwaartse samentrekking en bij welke achterwaartse?

Slide 20 - Tekstslide

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quizvraag

kleine en grote landen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 22 - Quizvraag

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 23 - Quizvraag

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 24 - Quizvraag

beroemde acteurs en actrices
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 25 - Quizvraag

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 26 - Quizvraag

Leesboek uitgekozen volgende week!

Let op! Volgende week leesboek mee. Het moet een 15+ boek/D-boek zijn. En voor de laatste keer een vertaald boek!

Slide 27 - Tekstslide