Ziekteleer AGZ

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Ziekteleer

lesdoelen

• Je kunt uitleggen wanneer je ziek of gezond bent. 
• Je kunt verschillende oorzaken van ziektes/ aandoeningen noemen en daar voorbeelden bij geven
• Je kunt de begrippen acuut en chronisch uitleggen.
• Je kunt een nette poster maken
• Je kunt informatie zoeken, kritisch beoordelen en verwerken.

Wanneer ben je gezond?

Leg uit dat als je bijvoorbeeld je been gebroken hebt je je ook sociaal en geestelijk minder goed voelt?

Soorten ziekten

• Lichamelijk: bijv. griep of een blindedarmontsteking, ook wel somatisch genoemd.
• Geestelijk: je bent depressief of overspannen, ook wel psychisch genoemd.

Beide kunnen flinke invloed hebben op hoe het sociaal met je gaat maar ook andersom. 

Deze soorten beïnvloeden elkaar onderling.

Wanneer je veel problemen of spanningen hebt (geestelijk), kun je buikpijn of hoofdpijn krijgen (lichamelijk).  Wanneer je eenzaam bent, kun je depressief worden.

Een lichamelijke aandoening die ontstaat door een geestelijke oorzaak noemen we een psychosomatische aandoening.

lichamelijk

Geestelijk

Covid

Depressie

Burn-out

ADHD

Multiple Sclerose (MS)

Diabetes

Parkinson

Oorzaken van ziektes en aandoeningen

• Door besmetting met een ziektekiem ( virus, bacterie, schimmel), bijv. : verkoudheid, griep, waterpokken.
• Erfelijk, via de genen van ouder op kind, bijv.: doofheid 
• Door een ongezonde leefwijze, bijv.:  door roken kun je longkanker krijgen.
• Door ouderdom, bijv.: dementie, artrose (slijtage van gewrichten)
• Door een ongeval, bijv. dwarslaesie
• Aangeboren (tijdens zwangerschap of bevalling ontstaan), bijv.; open ruggetje

Verkoudheid is een ........

1. Een bacterie
2. Een virus

Salmonella is een ........

1. Een bacterie
2. Een virus

Bij een virusinfectie kan een antibioticakuur helpen.

1. Waar
2. Niet waar

www.npostart.nl

Acuut of chronisch?

• Een acute ziekte is kortdurend. Je bent plotseling ziek en ook snel weer beter. 

• Een chronische ziekte is langdurend. Je hebt een ziekte die lang duurt. Soms word je niet helemaal beter en moet je met de ziekte leren leven. 

Opdracht

In de classroom staat een opdracht ziekteleer. Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 3.

Welke ziekte wil je uitwerken voor opdracht 5?