Les 8 - De opsporing van criminaliteit

Les 8 - De opsporing van criminaliteit
2.3 Criminaliteit en opsporing
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 8 - De opsporing van criminaliteit
2.3 Criminaliteit en opsporing

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen wanneer we van criminaliteit spreken.
  • Je kent de taak van de personen: politie, officier van justitie, rechter-commissaris.
  • Je kunt voorbeelden noemen van dwangmiddelen waar de politie toestemming voor moet vragen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Individueel maken: Vragen/begrippen 2.3
  • Vragen bespreken + uitleg
  • Opdracht 11: Wat zou jij doen?
  • Opdrachten WB maken

Slide 3 - Tekstslide

Vragen 2.3 (blz 40 LB) 
1. Wat is het verschil tussen overtredingen en misdrijven?
2. Wanneer spreken we van criminaliteit?
3. Wat is de taak van de politie? en wat doet een officier van justitie?
4. Wat is een proces-verbaal?
5. Wat is het Openbaar Ministerie?
6. Wanneer spreken we van een verdachte?
7. Bij wie vraagt de politie toestemming voor extra dwangmiddelen?
8. Bij welke 5 dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig?
9. Welke 3 mogelijkheden heeft de OvJ na het onderzoek? Leg deze uit. 



timer
10:00
Klaar? 2.3 - Opdracht 1 t/m 10 (blz 37 WB) is HW

Slide 4 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf?
  • Overtreding = minder ernstig (geen strafblad)
  • Misdrijf = ernstige strafbare feiten (wel strafblad en medeplichtig)
  • Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Categorie Misdrijf

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf?

Slide 10 - Woordweb

Vragen 2.3 (blz 40 LB) 
1. Wat is het verschil tussen overtredingen en misdrijven?
2. Wanneer spreken we van criminaliteit?
3. Wat is de taak van de politie? en wat doet een officier van justitie?
4. Wat is een proces-verbaal?
5. Wat is het Openbaar Ministerie?
6. Wanneer spreken we van een verdachte?
7. Bij wie vraagt de politie toestemming voor extra dwangmiddelen?
8. Bij welke 5 dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig?
9. Welke 3 mogelijkheden heeft de OvJ na het onderzoek? Leg deze uit. 



timer
15:00
Klaar? 2.3 - Opdracht 1 t/m 10 (blz 37 WB) is HW

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan de officier van Justitie doen?
  • Seponeren = Afzien van verder vervolging
  • Transactie/strafbeschikking = De verdachte een voorstel voor een straf doen bijv. geldboete.
  • Vervolgen = De zaak wordt doorgestuurd naar de rechter. 

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek opdracht 11 'Op de stoel van de officier van justitie' met elkaar + vul in  (blz 40 - WB)
timer
5:00
Klaar? Werk verder aan HW >> opdracht 1 t/m 10 (blz 37 - WB)

Slide 13 - Tekstslide

Lezen: 2.3 Criminaliteit 
en opsporing (blz 40 - LB)
Maken: opdracht 1 t/m 10 (blz 37)
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide