A5 12.1 plus herhaling

12.1 Politiek 
  • Je kunt uitleggen wat politieke stabiliteit inhoudt 
  • Je kunt uitleggen hoe het politieke stelsel van Nederland werkt 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

12.1 Politiek 
  • Je kunt uitleggen wat politieke stabiliteit inhoudt 
  • Je kunt uitleggen hoe het politieke stelsel van Nederland werkt 

Slide 1 - Tekstslide

Politieke stabiliteit? 
  • Mensen worden geboren in staten, groeien op in een politiek systeem en wennen daaraan!
  • Als een politiek regime geaccepteerd wordt door de bevolking, noemen we dat een legitiem politiek systeem


Slide 2 - Tekstslide

Politieke binding en vertrouwen
  • Legitimiteit versterkt verbinding -> verbinding zorgt voor versterking legitimiteit 
  • Het vertrouwen in het politieke systeem neemt toe wanneer burgers het gevoel hebben dat de overheid problemen goed aanpakt
  • Politieke partijen hebben een belangrijke rol bij het vertrouwen

Slide 3 - Tekstslide

Legitimiteit in een democratie
groepsvorming 

 representatie van een groep in het parlement

versterkt de bindingen van burgers 

legitimiteit van het systeem

Slide 4 - Tekstslide

Volkssoevereiniteit

  • Volkssoevereiniteit is het principe waarbij de inwoners de koers van het land bepalen

Slide 5 - Tekstslide

Op welke manier(en) kunnen inwoners in Nederland de koers van het land bepalen?

Slide 6 - Woordweb

Coalitie en oppositie 
Begrepen: aan de slag met opdracht 4
Nog niet begrepen? les volgen 

Slide 7 - Tekstslide

of 
Ministers zitten zowel in de regering als in het kabinet

De Tweede kamer heeft 75 zetels 

Ministers zitten in de Tweede kamer 

De coalitiepartijen zijn CDA, D66, CU en Pvda

Slide 8 - Tekstslide

Het Parlement
De Eerste- en de Tweede Kamer

(De Staten-Generaal)

Slide 9 - Tekstslide

Wie zitten er in de Tweede Kamer?

  • Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit

  • Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering (de ministers)

  • Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdtaken parlement

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (mede-wetgevende taak)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kabinet 
Tweede kamer benoemt, tijdens een debat, één of meerdere informateurs. Zij moeten onderzoeken welk nieuwe kabinet mogelijk is: regeerakkoord wordt gesloten.
De Tweede Kamer benoemt de formateur. Hij zoekt de juiste mensen voor het nieuwe kabinet.



Slide 13 - Tekstslide

Volgende les 
Neem paragraaf 12.2 vast door!
Maak van 12.1 opdracht 4 om te kijken of je het systeem nu begrijpt 

Slide 14 - Tekstslide