10.6 - Naar de Wereld van nu

Tijdlijn Europese Unie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijdlijn Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1946
Churchill roept op tot ‘Verenigde Staten van
Europa’ 
1
1951
Ondertekening verdrag EGKS 
2
1957
Verdrag van Rome 
3
1973
Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk
worden lid van de Europese Gemeenschap
4
1986
Spanje en Portugal worden lid 
5
1989
Val van de Berlijnse Muur 
6
1992
Oprichting Europese Unie 
7
1995
Oostenrijk, Finland, Zweden worden lid
8
2004
Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen,
Polen, Slowakije en Slovenië, Cyprus en Malta
worden lid 
9
2007
Bulgarije en Roemenië worden lid 
10
2012
Nobelprijs voor de Vrede 
11
2013
Kroatië wordt lid 
12
2019
Brexit 
13
Bij een referendum in 2016 blijkt een meerderheid
van de Britse kiezers de EU te willen verlaten. Na
meer dan 2 jaar voorbereiding verlaat het Verenigd
Koninkrijk als eerste lidstaat ooit de Europese Unie. 
N
Met dit verdrag werd, een paar jaar na het verdrag
van Schuman, de Europese Economische
Gemeenschap opgericht. Zes landen sloten zich
hierbij aan. 
O
Na de oorlog op de Balkan was dit het tweede land
van voormalig Joegoslavië dat lid werd van de
Europese Unie. Het eerste land was Slovenië in
2004. 
P
Deze man was in de Tweede Wereldoorlog premier
van het Verenigd Koninkrijk. Hij pleitte daarna voor
meer samenwerking in Europa, om een grote oorlog
in de toekomst te voorkomen. 
Q
In dit jaar werd het verdrag van Maastricht
getekend. Daarin stond onder andere dat er in de
toekomst een gemeenschappelijke munt zou komen
in Europa. De Europese Gemeenschap kreeg bovendien een nieuwe naam 
R
Deze gebeurtenis zorgde voor een grote
omwenteling in alle landen die onder de
communistische invloedssfeer vielen. De meeste
hiervan werden uiteindelijk lid van wat inmiddels
de Europese Unie heet. 
S
Deze drie landen zagen wel wat in de Europese
Economische Gemeenschap, en sloten zich er bij
aan. Van deze drie landen hebben er twee, gek
genoeg, in 2014 nog steeds de euro niet.
T
Dit verdrag werd onder leiding van de Fransman
Robert Schuman getekend. De gedachte erachter
was dat als geen enkele land in zijn eentje
zeggenschap had over de belangrijkste
grondstoffen voor wapens, er geen oorlog meer zou
komen. 
U
In dit jaar werden nog twee landen die tot het
Oostblok hoorden, lid van de Europese Unie. 
V
Alle 500 miljoen Europeanen kregen dit jaar een
bijzondere prijs. Deze prijs wordt meestal aan één
of een paar personen gegeven. Het comité gaf de
prijs aan de Europeanen omdat de EU zich al meer
dan zestig jaar lang inzet voor onder andere vrede, democratie en mensenrechten
W
Deze landen waren tot in de jaren ’70 van de 20e
eeuw een dictatuur. Toen ze daarvan voldoende
hersteld waren, werden ze lid van de Europese
Economische Gemeenschap. 
X
In dit jaar werden nog drie landen lid van de
Europese Unie. 
Y
In dit jaar werden veel landen die vroeger tot het
Oostblok behoorden, lid van de Europese Unie.
Z

Slide 2 - Sleepvraag

1 A 1946 = Q
2 B 1951 = U
3 C 1957 = O
4 D 1973 = T
5 E 1986 = X
6 F 1989 = S
7 G 1992 = R
8 H 1995 = Y
9 I 2004 = Z
J 2007 = V
K 2012 = W
L 2013 = P
M 2019 = N 
10.6 - Naar de Wereld van nu
10.6 De wereld van nu 
Handboek bladzijdes 153 t/m 155
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen 
  • Machtsverhoudingen na de Koude Oorlog 
  • Globalisering 
  • Invloed Midden-Oosten
  • Populisme  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsverhoudingen na de Koude Oorlog 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osama bin Laden

Al Qaida    

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

IS

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populisme 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Populisme

In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partij op wie zij altijd hadden gestemd. 
  • Deze grote groep gaat stemmen op de nieuwe, populistische politieke partijen die worden opgericht. 
  • Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán. En wie is het volk?
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pim Fortuyn

  • In 2001 wordt Pim Fortuin leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. 
  • Vooral over de islam is hij erg negatief. Hij zei dat hij het opneemt voor de ‘gewone’ mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

6 mei 2002 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies