AF mz/vb p3.6

AF - week 3.6

Anatomie en Fysiologie Thema 6

Hoofdstuk 7: bloed en bloedsomloop (blz. 123)
7.4 bloedgroepen
7.5 bloedsomloop 


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

AF - week 3.6

Anatomie en Fysiologie Thema 6

Hoofdstuk 7: bloed en bloedsomloop (blz. 123)
7.4 bloedgroepen
7.5 bloedsomloop 


Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
- Terugblik vorige les
- 7.4 Bloedgroepen
- 7.5 Bloedsomloop
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Benoem de vorm, de functie en een kenmerk van een witte bloedcel

Slide 3 - Open vraag

Witte bloedcellen vervoeren zuurstof
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een wondje herstelt doordat bloedplaatjes blijven plakken
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is coagulatie?
A
het vernauwen van een bloedvat
B
de vorming van een bloedprop
C
het stroperiger worden van het bloed
D
ander woord voor fibrine

Slide 6 - Quizvraag

Bloedstolling verloopt in 3 fasen, welke fase hoort er NIET bij?
A
Het bloedvat vernauwt
B
Vormt zich een bloedprop
C
Het bloed wordt dunner
D
Het bloed wordt stroperiger

Slide 7 - Quizvraag

Welke bloedgroep jij heb je

Slide 8 - Woordweb

Bloedgroepen
- Verschillende mensen, verschillende soorten bloed
- Door verschillende eiwitten en antistoffen op rode bloedcellen
- 4 bloedgroepen: A, B, AB en 0
- 0 komt het meest voor en AB minst
- Belangrijk om te weten welke bloedgroep je hebt

Bloedgroep O is de universele donor
Bloedgroep AB is universele ontvanger 

Slide 9 - Tekstslide

Bloedgroepen
- Bloedgroep A --> antistoffen bloedgroep B
- Bloedgroep B --> antistoffen bloedgroep A
- Bloedgroep AB --> geen antistoffen
- Bloedgroep O --> antistoffen tegen bloedgroep A en B

Waarom is het belangrijk om je bloedgroep te weten?

Slide 10 - Tekstslide

Rhesus + en - 
rhesus is antistof
heb je rhesusfactor ? dan ben je rhesus positief 
heb je geen rhesusfactor dan ben je rhesus negatief 

Slide 11 - Tekstslide

Mevrouw Janssen heeft bloedgroep A, van wie kan zij bloed ontvangen?
A
A
B
AB
C
B
D
O

Slide 12 - Quizvraag

Meneer de Vries heeft bloed gekregen van een donor met bloedgroep 0, welke bloedgroep heeft meneer dan?
A
A
B
AB
C
0
D
Kan elke mogelijke bloedgroep hebben

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Hoeveel bloedgroepen kennen we?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Bloedsomloop
- Bestaat uit bloedvaten en het hart
- Bloedvaten zijn een buizenstelsel waar het bloed doorheen stroomt
- Hart is de motor van ons lichaam

Slide 16 - Tekstslide

Bloedsomloop: uitleg 

Slide 17 - Tekstslide

Bloedvaten 
Slagaders
- zuurstofrijkbloed van het hart 
naar de weefsels
Aders:
- zuurstofarm bloed vervoeren van de 
weefsels naar het hart
Haarvaten:
- kleine bloedvaatjes die de slagaders en aders met elkaar verbinden

Slide 18 - Tekstslide

Bloedvaten:
- buisvormig
- bestaan uit een wand en zijn hol van binnen

3 soorten:
- slagaders (arteriën)
- aders (venen)
- haarvaten (capillairen)

Slide 19 - Tekstslide

wand bloedvaten
Bloedvatwand bestaat uit drie lagen;
1. intimia
- binnenste laag van je bloedvat, scheiding tussen het bloed en de rest van de weefsels. 

2 media
- middelste laag, glad spierweefsel, kan samentrekken en ontspannen.
Slagaders dikker dan aders, moet meer bloed in kortere tijd doorheen.

3 adventitia
- buitenste laag. Bestaat uit bindweefsel, stevigheid aan het bloedvat en zijn elastisch

Slide 20 - Tekstslide

Aders 
- liggen meestal vlak naast een slagader.
- 2 manieren om te voorkomen dat het bloed naar beneden stroomt;
1. kleine aders hebben kleppen, daardoor kan het bloed niet terug
2. spierpomp. samenwerking tussen aders en skeletspieren

Slide 21 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Welk bloedvat gaat van het hart af?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat

Slide 22 - Quizvraag

De slagader gaat van het hart af, is die dan zuurstofrijk of zuurstofarm?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 23 - Quizvraag

Een slagader is zuurstofrijk en gaat van het hart af, wat gaat de slagader vervolgens doen?
A
De rest van het lichaam voorzien van zuurstofrijkbloed
B
De rest van het lichaam voorzien van zuurstofarmbloed
C
Zuurstof uitademen

Slide 24 - Quizvraag

Tot slot:
in het boek is een blauwe ader...
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk
Anatomie en Fysiologie Thema 6

Hoofdstuk 7: bloed en bloedsomloop 

Maak opdracht 1 t/m 6

Bekijk de animaties van onderstaande site:
https://www.bioplek.org/animaties/afweer/bloedgroepx.html 

Slide 26 - Tekstslide