8.3 geluidssterkte

Geluid hoofdstuk 8



geluidssterkte
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geluid hoofdstuk 8



geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Je kunt de eenheid van geluidssterkte benoemen en je weet met welk toestel je de geluidssterkte meet.
  • Je kunt uitleggen dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
  • Je kan rekenen met decibel

Slide 2 - Tekstslide

frequentie is hetzelfde als
A
amplitude
B
trilling
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Een mens heeft een groter gehoorbereik dan de vleermuis
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gehoorbereik (frequentiebereik) van mensen?
A
200 tot 20.000 Hz
B
20 tot 2.000 Hz
C
200 tot 2.000 Hz
D
20 tot 20.000 Hz

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Hard en zacht geluid
Vandaag gaat het over hoe hard of zacht een geluid klinkt.

Dit heeft niks te maken met hoe laag of hoog een geluid is.

Slide 10 - Tekstslide

Geluid hard/zacht (1)
  • Geluiden zijn trillingen van de lucht.
  • Het aantal golven zegt iets hoe hoog het geluid is (bs 2)
  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude

Slide 11 - Tekstslide

Geluid hard/zacht (2)
  • Sterkte van het geluid (volume) wordt uitgedrukt in decibel.
  • Afgekort als dB

Slide 12 - Tekstslide

De amplitude of volume
  • Op dit plaatje zie je wat ze met amplitude bedoelen.

Slide 13 - Tekstslide

Hard en zacht
  • Je ziet hier een hard en een zacht geluid.
  • Ze hebben allebeide dezelfde toon.
  • De tweede is zachter.

Slide 14 - Tekstslide

Amplitude of volume
Voorbeeldjes van geluid
  • plaatje 1 hoge toon (hard)
  • plaatje 2 lage toon (hard)
  • plaatje 3 lager dan plaatje 1 harder dan de overige
  • plaatje 4 zelfde toon als plaatje 3. Echter veel zachter qua geluid

Slide 15 - Tekstslide

Geluid en je oren (1)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.

Slide 16 - Tekstslide

Geluid en je oren (2)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.
  • Via je trommelvlies komt het via een 3 tal botjes bij je slakkenhuis

Slide 17 - Tekstslide

Het slakkenhuis
  • In het slakkenhuis zitten vloeistof en trilhaartjes
  • de trilhaartjes geven een signaal door naar de hersenen
  • is geluid te hard dan kunnen de trilhaartjes  afbreken (gehoorschade)

Slide 18 - Tekstslide

haarcellen (gehoorschade)

Slide 19 - Tekstslide

Help ik hoor een pieptoon na een feest of optreden
  • trilharen die afbreken in je slakkenhuis geven na afloop van teveel geluid een pieptoon
  • eenmaal afgebroken is het over en uit voor de afgebroken trilharen
  • soms gaat de pieptoon niet meer weg
  • gehoorschade is blijvend

Slide 20 - Tekstslide

Geluidsterkte voorbeelden
  • Al het geluid boven de 80dB(A) kan schadelijk zijn
  • de duur dat je dit hoort is daarbij ook belangrijk

Slide 21 - Tekstslide

Geluidsterkte voorbeelden
  • Al het geluid boven de 80dB(A) kan schadelijk zijn
  • de duur dat je dit hoort is daarbij ook belangrijk

Slide 22 - Tekstslide

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!

Slide 23 - Tekstslide

Gehoordrempel
  • Je kan een geluid pas horen als het boven een bepaalde grens (in decibel) komt
  • dat verschilt per toonhoogte

Slide 24 - Tekstslide

Pijngrens
  • Boven een bepaalde niveau gaat geluid pijn doen
  • dit verschilt per
    toonhoogte

Slide 25 - Tekstslide

Welke grootheid van het geluid verandert als je harder op een blokfluit blaast?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Trillingstijd
D
Toonhoogte

Slide 26 - Quizvraag

DECIBEL
zegt iets over:
A
gehoorschade
B
geluidssterkte
C
gehoorapparaat
D
audicien

Slide 27 - Quizvraag

Vanaf hoeveel decibel heb je kans op gehoorschade?
A
100
B
150
C
80
D
190

Slide 28 - Quizvraag

Rekenen met decibel
2x zoveel geluid betekent  +3 dB
0,5x zoveel geluid betekent -3 dB

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wanneer 1 leerling praat is dat 40 dB
Hoeveel dB is het wanneer er 4 leerlingen praten?

Slide 31 - Open vraag

Wanneer 20 leerlingen zacht praten is dat 50 dB
hoeveel dB is het wanneer er 1 leerling zacht praat?

Slide 32 - Open vraag

4 straaljager motoren maken 125 dB aan geluid, hoeveel geluid maakt 1 straaljager motor?

Slide 33 - Open vraag

Onthouden!  
- Amplitude geeft aan hoe hard een geluid is  
- De eenheid voor geluidsterkte is decibel (dB).  
- Geluidsterkte meet je met een decibel-meter.  
- De gehoordrempel is de geluidsterkte die je nog net kunt horen. 
- De pijngrens is de geluidsterkte die pijn gaat doen aan je oren.

Slide 34 - Tekstslide