Gelijkenissen les 2, de verloren zoon

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een gelijkenis in de Bijbel?
A
Iemand die heel veel lijkt op Jezus
B
Een regel in de Bijbel
C
Een verhaal waarmee Jezus iets duidelijk wil maken
D
Een verhaal uit het Oude Testament

Slide 4 - Quizvraag

Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over schapen
B
het is een verhaal met een vraag
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de boodschap (of bedoeling) van de gelijkenis van de zaaier ?
A
je moet goed opletten waar je zaait
B
je kunt er niets aan doen of je succes hebt
C
goede raad moet je omzetten in daden
D
alle drie zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waarom 'verpakt' Jezus zijn boodschap in een gelijkenis?
A
Jezus wil graag geheimzinnig doen
B
alleen wie het écht wil, vindt de betekenis
C
Jezus houdt van verhalen vertellen
D
alle drie zijn waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is het gewone of alledaagse aan dit verhaal?
A
dat de jongste zoon niet meer thuis wil blijven
B
dat hij al zijn geld opmaakt
C
dat hij in de problemen komt en honger lijdt
D
alle drie zijn 'normaal'

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de bijzondere wending in dit verhaal?
A
dat zijn geld op raakt en hij honger krijgt
B
dat hij weer naar huis wil
C
dat zijn vader zo blij is met zijn terugkomst
D
dat de oudste broer er nu niet bij wil horen

Slide 14 - Quizvraag

Wie bedoelt Jezus met de oudste zoon?
A
De leiders van het volk en de wetgeleerden
B
de tollenaars en zondaars
C
de leerlingen van Jezus
D
alle mensen die naar hem luisteren

Slide 15 - Quizvraag

Wie bedoelt Jezus met de jongste zoon?
A
De leiders van het volk en de wetgeleerden
B
de tollenaars en zondaars
C
de leerlingen van Jezus
D
alle mensen die naar hem luisteren

Slide 16 - Quizvraag

Wie wordt in dit verhaal bedoeld met de vader?

Slide 17 - Open vraag

Wie moet volgens deze gelijkenis anders gaan leven? Leg uit. Wat moet hij anders gaan doen?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide