Politieke stromingen

In deze les
  • Wat is het verschil tussen
 'links' en 'rechts'?
  • Politieke stromingen in de 
    Nederlandse politiek

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

In deze les
  • Wat is het verschil tussen
 'links' en 'rechts'?
  • Politieke stromingen in de 
    Nederlandse politiek

Slide 1 - Tekstslide

De belastingen in Nederland zijn veel te hoog
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 2 - Quizvraag

De overheid moet opkomen voor mensen met een laag inkomen
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 3 - Quizvraag

Rijke mensen moeten meer belasting betalen
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 4 - Quizvraag

Mensen die in armoede leven kunnen daar meestal niets aan doen
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 5 - Quizvraag

Mensen kunnen zichzelf prima redden
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 6 - Quizvraag

De overheid moet zorgen voor veiligheid in het land, maar zich verder niet te veel met de burgers bemoeien.
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 7 - Quizvraag

Het regelen van hoeveel uur werknemers per dag moeten werken is geen overheidstaak
A

Slide 8 - Quizvraag

Grote verschillen in rijkdom zijn oneerlijk
A
Links standpunt
B
Rechts standpunt

Slide 9 - Quizvraag

5

Slide 10 - Video

00:59
Wat is het verschil tussen progressief en conservatief?

Slide 11 - Open vraag

01:15
Kan een partij vandaag de dag alleen maar conservatief of alleen maar progressief zijn? Leg uit.

Slide 12 - Open vraag

01:41
Wat is het verschil in visie op de economie tussen links en rechts?

Slide 13 - Open vraag

02:10
Welke stroming is meer voorstander van Europese samenwerking? Links / rechts? Leg je keuze uit.

Slide 14 - Open vraag

02:56
Waarom profileren partijen zichzelf nog als linkse, rechtse of middenpartij?

Slide 15 - Open vraag

Links
Rechts
Politiek
Meer progressief. De overheid moet een grote rol spelen.
Meer conservatief. De overheid moet een kleine rol spelen.
Economie
De overheid moet het geld gelijkelijk over de bevolking verdelen.
De overheid moet zich niet met de economie bemoeien (vrije markt).
Cultureel
Internationale samenwerking is belangrijk.
Meer op de versterking van het eigen land (nationalisme) gericht. 

Slide 16 - Tekstslide

Drie hoofdstromingen
Liberalisme:
vrijheid van het individu. Weinig overheidsbemoeienis en vrije markteconomie.

Socialisme:
gericht op sociale gelijkheid en vrijheid van ieder. Gericht op gelijke inkomensverdeling.

Confessionalisme: 
politieke opvattingen zijn gebaseerd op geloofsovertuiging. De samenleving werkt als een menselijk lichaam dat van elkaar afhankelijk is. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Lees par. 2.1 en 2.2 en maak opdr. 1 t/m 6

Slide 18 - Tekstslide