H1C - Nederlands - Fictie (les 2)

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 2 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Programma les 2 
3.1 Fictie
- Herhaling vorige les
- Nieuwe stof behandelen
-Een verhaal lezen
- (Aan de slag met het huiswerk)

Slide 2 - Tekstslide

Wat komt niet voor?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Niet-realistische non-fictie
D
Een realistische biografie

Slide 3 - Quizvraag

Dit boek gaat over het leven van Napoleon. Dit boek is...
A
Fictie
B
Een autobiografie
C
Een biografie
D
Niet-realistische fictie

Slide 4 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
- Aan het einde van de les heb je verschillende trucjes geleerd waardoor een schrijver spanning kan opbouwen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat maakt een
boek spannend?

Slide 6 - Woordweb

"Het is 4:00 's nachts. Waar ben ik beland? Ik probeer om mij heen te kijken, maar ik kan niets zien. Het is pikkedonker. Ik ben helemaal alleen. Wat moet ik doen? Waar moet ik heen?"
Vraag: wat maakt dit stukje spannend?

Slide 7 - Open vraag

Wat is spannender om te lezen?
De hoofdpersoon bevindt zich in een verlaten steegje.
De hoofdpersoon bevindt zich in de schoolkantine.

Slide 8 - Poll

Wat is spannender om te lezen?
"Het is twaalf uur 's middags. De zon schijnt. Ik loop buiten."
"Het is twaalf uur 's nachts. Het is donker. Ik loop buiten."

Slide 9 - Poll

Welke trucjes van de schrijver om een verhaal spannend te maken heb je gisteren geleerd?

Slide 10 - Open vraag

De trucjes van een schrijver
1) Enge omgeving: 
donker bos, verlaten steegje; de schoolkantine waar duizend leerlingen zijn
2) Het tijdstip van de dag: 
drie uur 's nachts; twaalf uur 's middags 
3) Enge of spannende gebeurtenis:
alleen met de vijand; omringd met vrienden

Slide 11 - Tekstslide

De trucjes van een schrijver
4) Een open plek: de schrijver houdt iets achter, jij wordt nieuwsgierig wat en wilt verder lezen
"Wat hij nog niet wist, is dat deze dag de ergste dag van zijn leven gaat worden."
5) Vertragen: de schrijver geeft steeds meer informatie
"Terwijl Freddy naar huis aan het lopen is, staat Jos hem op te wachten. Om het hoekje. Met een mes. Klaar om Freddy pijn te doen."

Slide 12 - Tekstslide

De trucjes van een schrijver
6) De lezer weet meer dan de hoofdpersoon
Bijvoorbeeld wanneer jij als lezer al wel weet wie de dader is, terwijl de hoofdpersoon op dit moment een gesprekje met hem aan het voeren is. 
7) Onverwachtse gebeurtenissen
Wanneer je iets niet ziet aankomen, wil je verder lezen om te zien hoe dit gaat aflopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een cliffhanger?

Slide 14 - Open vraag

Cliffhanger
Een cliffhanger is het stoppen op een spannend moment. Aan het eind van een hoofdstuk of aflevering l. 

Slide 15 - Tekstslide

Dus... Welke trucjes zijn er om een verhaal spannend te maken? Noem er twee!

Slide 16 - Open vraag

Een verhaal lezen..
 Simone van der Vlugt - De Guillotine
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk in 1789, net voor de Franse Revolutie.
Sandrine, dochter van een rijke baron die heel veel grond bezit, gaat uit rijden
met haar paard. In de uitgestrekte bossen raakt ze de weg kwijt. Ze stopt om
zich te oriënteren. Ineens gaan de haartjes in haar nek overeind staan.

Slide 17 - Tekstslide

Simone van der Vlugt - De guillotine
Lees de tekst op 3.1.4 
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt.


Slide 18 - Tekstslide

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Maken 3.1 Over fictie
opdracht 10 en 12 (blz 4 en 5 wb) 

Slide 20 - Tekstslide