TL: H2.1 Hoe geef je geld uit

TL: H2.1 Hoe geef je geld uit
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

TL: H2.1 Hoe geef je geld uit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitgaven in 3 categorieën verdelen.
  • Je weet wat geld reserveren is en kan uitrekenen hoeveel geld je moet reserveren per maand
  • Je weet wat mensen kunnen doen die in geldnood zitten.
  • Je kan bedragen omrekenen van maanden naar weken en van weken naar maanden 

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten uitgaven: 
  • Dagelijks uitgaven: Kleine uitgaven die je dagelijks doet zoals boodschappen, make-up, gel enz. 
  • Incidentele uitgaven: grote uitgaven die je bijna nooit doet. Voorbeelden hiervan is het het kopen van een tv, auto & wasmachine
  • Vaste lasten: Een vaste betaling die je elke maand/ week of kwartaal doet. Dit zijn vaste bedragen die structureel terugkomen. Voorbeelden hiervan zijn de energiekosten, abonnementskosten en premies van verzekeringen. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke uitgaven zijn vorig jaar heel erg hard gestegen bij huishoudens.

Slide 4 - Open vraag

Hoe zorgen mensen ervoor dat ze incidentele uitgaven kunnen betalen?
  • Mensen zetten geld apart (Dus sparen geld).
  • Wanneer je geld spaart of apart zet, om er iets duurs mee te kopen noemen we dit reserveren. 
  • Om uit te rekenen hoeveel euro iemand per maand moet reserveren gebruik je de formule:
  • Benodigde geldbedrag : aantal maanden 

Slide 5 - Tekstslide

Je wilt een prachtige Volkswagen Polo (auto) kopen. Je moet nog 14.500 euro weten te bemachtigen om deze auto te kunnen kopen. Je gaat hier geld voor reserveren. Je hebt de auto over 28 maanden nodig. Hoeveel euro per maand moet je reserveren om de auto te kunnen kopen?

Slide 6 - Open vraag

Uitwerking voorbeeldvraag
  • Je wil een prachtige Volkswagen Polo (auto) kopen. Je moet nog 14.500 euro weten te bemachtigen om deze auto te kunnen kopen. Je gaat hier geld voor reserveren. Je hebt de auto over 28 maanden nodig. Hoeveel euro per maand moet je reserveren om de auto te kunnen kopen?
  • Formule: Benodigde bedrag : aantal maanden
  • €14.500,00 : 28= €517,86

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen van weken naar maanden
  • Iemand spaart €275,00 euro per week. Hoeveel euro spaart hij per maand.
  • Formule: Weekbedrag x aantal weken jaar : Aantal maanden jaar
  • €275,00 x 52 : 12=  €1.191,67

Slide 8 - Tekstslide

Rekenen van maanden naar weeken
  • Iemand spaart €950,00 euro maand. Hoeveel euro spaart hij per week.
  • Formule: Maandbedrag x aantal maanden jaar : Aantal weken jaar
  • €950,00 x 12 : 52=  €219,23

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel telefoonkosten maak je per week als je €19 euro per maand moet betalen.
Formule: Maandbedrag x aantal maanden jaar : Aantal weken jaar

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking voorbeeldvraag 
Hoeveel telefoonkosten maak je per week als je €19 euro per maand moet betalen.
Formule: Maandbedrag x aantal maanden jaar : Aantal weken jaar
19 x 12= €228,00 per jaar
€228 : 52= €4,38 

Slide 11 - Tekstslide

Oh oh ik geef meer geld uit, dan dat ik verdien! Wat nu?
  • Als mensen meer geld uitgeven dan dat zij binnen krijgen, heb je een probleem. Op een bepaald moment is het geld wat je hebt op en dan kun je niks meer kopen. 
  • Om te voorkomen dat je zonder geld komt te zitten wanneer je meer geld uitgeeft dan dat er binnenkomt, maken mensen een budgetplan of begroting. 
  • Dit is een overzicht dat aangeeft hoeveel euro je ontvangt en hoe je hier aankomt. Ook geeft dit overzicht aan hoeveel geld je uitgeeft en waaraan je het geld uitgeeft. 
  • Zo'n begroting zorgt ervoor dat je kan zien op welke kosten je goed zou kunnen besparen en of je misschien meer moet gaan werken. 
  • Veel mensen maken dit niet en gaan dit ook nooit doen. Vaak is dat ook niet nodig.
  • Als iemand geld tekort komt en het niet lukt om uit deze geldproblemen te komen, dan kan hij hulp inschakelen bij het Nibud. Dit is een organisatie die adviezen geeft over het omgaan met geld.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken 

TL: Maak opgave 4, 6, 10, 11 van H2.1

Slide 13 - Tekstslide