Di 16 dec Voornaamwoord

Het betrekkelijk voornaamwoord
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het betrekkelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Betrekkelijke voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoorden zijn voornaamwoorden die verwijzen naar iets of iemand die of dat eerder in de zin als is genoemd (het antecedent) 

De vaakst voorkomende betrekkelijke voornaamwoorden zijn die, dat, wie en wat. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tekst
Deze ken ik al
Deze ken ik nog niet
aanwijzend voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
persoonlijk voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
werkwoord

Slide 4 - Sleepvraag

Dat en wat kunnen allebei betrekkelijke voornaamwoorden zijn met ingesloten antecedent.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn...
A
die, dat, zus, zo
B
zijn, haar, ons
C
die, dat, wie , wat
D
hij, zij, wij

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord: Alles wat hij wil, is een beetje rust aan zijn hoofd.
A
alles
B
is
C
wat
D
aan

Slide 7 - Quizvraag

Wat is niet waar: Het betrekkelijk voornaamwoord 'wat' gebruik je om te verwijzen naar
A
een onbep. vnw.
B
een hele zin
C
een ding of een dier
D
een overtreffende trap

Slide 8 - Quizvraag

In welke zin is sprake van het betrekkelijk voornaamwoord 'wat'?
A
Ik weet niet wat ik vanmiddag ga doen.
B
Heb jij wat om uit te delen?
C
Dat is toch het mooiste wat ik heb meegemaakt.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een aanwijzend en een betrekkelijk voornaamwoord?
A
aanwijzend vnw. --> <--betrekkelijk vnw.
B
<-- aanwijzend vnw. betrekkelijk vnw. -->

Slide 10 - Quizvraag

Met het betrekkelijk voornaamwoord die verwijs je naar de-woorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Het betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op iets wat eerder gezegd is in de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In welke zin staat een betrekkelijk voornaamwoord?
timer
1:00
A
Wie gaat er mee naar het zwembad?
B
Dit cadeau is voor jou.
C
Het cadeau dat ik heb gekregen, vind ik erg mooi.
D
Ik heb niets gekregen voor mijn verjaardag.

Slide 13 - Quizvraag

Het meisje dat hij leuk vindt.

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in de zin?
A
Het
B
dat
C
hij
D
er is geen betr.vnw

Slide 14 - Quizvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Maar
er
zijn
geen
aanwijzingen
dat
relaties
die
online
zijn
ontstaan
mindere
kans
van
slagen
hebben.

Slide 15 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
leert
zijn
partner
nog
offline
kennen?

Slide 16 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Hij
kijkt
volgende
keer
wel
beter
uit.

Slide 17 - Sleepvraag

Betrekkelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Deze
Wie
Wat voor
Dit
Wat
Dat

Slide 18 - Sleepvraag

Persoonlijke Voornaamwoorden
Bezittelijke Voornaamwoorden
Wederkerende Voornaamwoorden
Wederkerige Voornaamwoorden
Aanwijzende Voornaamwoorden
Vragende Voornaamwoorden
Onbepaalde Voornaamwoorden
jij
elkaar
zijn
welke
me
iets
deze

Slide 19 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Wie
het
toch
doet,
vergist
zich
soms
in
de
naam
van
die
buur.

Slide 20 - Sleepvraag



persoonlijk voornaamwoord


bezittelijk voornaamwoord


wederkerend voornaamwoord


wederkerig voornaamwoord


aanwijzend voornaamwoord


betrekkelijk voornaamwoord


vragend voornaamwoord


onbepaald voornaamwoord
Niemand
spreekt
elkaar
nog
aan
op
straat.

Slide 21 - Sleepvraag

Welke van de onderstaande woorden is een
BETREKKELIJK voornaamwoord?
A
waar
B
dat
C
welke
D
ik

Slide 22 - Quizvraag

Huiswerk voor do 18 december
Hoofdstuk 7 : Toets

Grammatica
Spelling
Formuleren
Je hebt de zelftoets online van hoofdstuk 7 gemaakt en goed geoefend.







Slide 23 - Tekstslide