Herhaling 6.1 + 6.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Herhaling 6.1 + 6.2

De middelen om iets te produceren noem je

1. Kapitaalgoederen
2. Machines
3. Productiefactoren
4. Arbeidsmiddelen

De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen noem je

1. restwaarde
2. toegevoegde waarde
3. afschrijvingskosten
4. natuur

De beloningen van de productiefactoren bij elkaar opgeteld noem je de...

1. totale prijs
2. totale winst
3. totale omzet
4. totale toegevoegde waarde

Als er naar verhouding meer met machines wordt geproduceerd dan met mensen heeft dat..

1. Arbeidsinstensief
2. Kapitaalintensief

Dit bereken je met de formule:
Inkoopprijs + brutowinstopslag

1. Consumentenprijs
2. Omzet
3. Verkoopprijs
4. Winst

Waar of niet waar:
De consumentenprijs is de prijs zonder de btw

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
De consumentenprijs is meer dan de verkoopprijs

1. Waar
2. Niet waar

Op een schaal van 1 tot 10, hoe goed begrijp je de stof die we tot nu toe behandeld hebben?

010

Waar heb je op dit moment nog vragen over?