Gedocumenteerd schrijven V6 2022-2023

Gedocumenteerd schrijven
Beschouwing V6
2022-2023
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Gedocumenteerd schrijven
Beschouwing V6
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het doel van de lessen

  • Je leert hoe een goede tekst is opgebouwd;
  • Je leert wat een beschouwing is;
  • Je leert een goed bouwplan te maken;
  • Je kunt het geleerde toepassen en zelf een beschouwing schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen
  • Deze periode is voor een groot deel bestemd om je, zelfstandig, voor te bereiden op de toets Gedocumenteerd Schrijven. Deze wordt afgenomen in de toetsweek. Duur: 90 minuten


  • Tijdens deze toets schrijf je een zakelijke tekst (essy/beschouwing van minimaal 800 woorden) over een door jou gekozen onderwerp. Voor weging van deze toets en overige info: zie Jaarplanner



 

Slide 4 - Tekstslide

  • Om mee te mogen doen aan de toets moet je van te voren een 
       goedgekeurd( e) documentatiemap en bouwplan (=schrijfplan) inleveren.

  • Bij de beoordeling wordt o.a. gelet op netheid van presentatie, correcte bronvermelding, ingevuld bouwplan, spelling en stijl. Vermeld altijd bet aantal woorden onderaan je tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiding
  1. Kies een geschikt onderwerp (denk aan eigen interesse, originaliteit, beschikbaarheid van relevante bronnen)* -> Op niveau Schrijven blok 5 opdr. 3 vanaf p.357.
  2. Bepaal schrijfdoel en tekstsoort. -> Beschouwing/opiniëren.
  3. Bepaal hoofdgedachte en deelonderwerpen. Perk je onderwerp in!
  4. Stel een aantal (tenminste 5) goede vragen bij je onderwerp (belangrijk)* 
  5. Zoek tenminste 4 inhoudelijk goede en betrouwbare bronnen en kopieer deze.* 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiding (vervolg)
6Markeer de antwoorden op de onderzoeksvragen (onderstrepen of markeren met         verschillende kleuren) en maak de bronverslagen* (parafraseer de delen die je gemarkeerd hebt)
7. Denk na over een goede inleiding, een passend slot en de opbouw van het middendeel. Maak je schrijfplan. 
8.In een apart mapje, voorzien van je naam, klas en docent, neem je de bronverslagen en je schrijfplan op. Zorg voor een goede inhoudsopgave en dat het voldoet aan de eisen van de documentatiemap. Dit mapje moet maandag ingeleverd worden en goedgekeurd zijn door je docent. Je krijgt het bij de toets terug. De gebruikte en bewerkte bronnen (eveneens met inhoudsopgave) lever je via Magister in bij de opdracht.
* moeten door de docent goedgekeurd worden

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerpen

Je kunt alvast na gaan denken over het onderwerp waarover je een beschouwing gaat schrijven. 

* Als je een onderwerp hebt gekozen, geef je dat door aan de docent;

* Ga bij het gekozen onderwerp minimaal 4 artikelen zoeken;

* Kijk ook eens in de krantenbank:

 https://academic.lexisnexis.nl/krantenbank/advancedsearch-form/

LET OP:

De docent spreekt met jullie af wanneer jullie het onderwerp moeten doorgeven +

wanneer jullie de artikelen moeten hebben ! 

Slide 8 - Tekstslide

Documentatiemap [78]
  1. Een titelblad. Vermeld hierop behalve de naam van je onderwerp ook je naam, klas en de datum.
2. Een inhoudsopgave. Zorg voor een doorlopende nummering van de pagina’s. Zet achter ieder onderdeel het juiste paginanummer.
3. Een voorwoord met jouw motivatie:
• Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
• Wat is je kritische hoofdvraag?
4. Een alfabetisch opgestelde bronnenlijst (APA) met alle geraadpleegde literatuur. Zie [47] voor de regels voor bronvermelding.

Slide 9 - Tekstslide

Documentatiemap (vervolg)
5. Kopieën van gebruikte artikelen of pagina’s van een boek. De documentatiemap bevat minimaal 7 bronnen. Wanneer je een audiovisuele bron gebruikt, maak je van de hoofdzaken daarvan een verslag. Dat verslag neem je op in je map.
6. Je verwerkt de bronnen als volgt:
• Je onderstreept op kopieën de passages (voorbeelden, feiten, standpunten, argumenten) die van belang zijn voor de uitwerking van je kritische hoofdvraag..
• Handig: Je geeft per bron een korte samenvatting in eigen woorden (=parafraseren) van de relevante informatie.
7. Handig: Per bron: een korte beoordeling waarin je ingaat op de betrouwbaarheid [77] van de informatie en het nut ervan voor je onderwerp. 

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool
  • ..........

Slide 11 - Tekstslide

Bouwplan/ Schrijfplan [48]
NOTEER:
  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het publiek;
  • ... de hoofdgedachte;
  • ... het schrijfdoel: ;
  • ... de tekstsoort: beschouwing
  • ... de tekststructuur;
  • ... de titel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Inleveren  maandag

  • Documentatiemap:
      -  7 betrouwbare bronnen ( markeren en parafraseren)
      -  Schrijfplan

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een beschouwing?

Slide 15 - Woordweb

Beschouwing: 
Met een beschouwende tekst wil de schrijver zijn lezers aan het denken zetten over een actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp. 

Slide 16 - Tekstslide

Beschouwing: 
Met een beschouwende tekst wil de schrijver zijn lezers aan het denken zetten over een actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp. Het doel is om voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt aan bod te laten komen in de tekst. 

Slide 17 - Tekstslide

Beschouwing: 
Met een beschouwende tekst wil de schrijver zijn lezers aan het denken zetten over een actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp. Het doel is om voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt aan bod te laten komen in de tekst. 
Op basis van deze informatie wordt de lezer in staat gesteld om een weloverwogen oordeel te vellen en een eigen mening te vormen over de kwestie.

Slide 18 - Tekstslide

Beschouwing in het kort:
  • opiniërende tekst --> schrijver wil lezer eigen mening laten vormen
  • actueel, controversieel, geëngageerd onderwerp
  • inleiding eindigt met een cruciale vraag over het onderwerp
  • middenstuk --> 
  • slot -->  conclusie of samenvatting en een advies/suggestie/toekomstverwachting/aansporing

Slide 19 - Tekstslide

Waarom leer je een beschouwing te schrijven?

Slide 20 - Woordweb

Waarom een beschouwing?
  • inleven in verschillende visies over één onderwerp
  • nog beter leren argumenteren
  • voorbereiding op vervolgopleiding (óók technische, economische, medische of.....!)
  • voldoen aan eindtermen

Slide 21 - Tekstslide

Nu nog wat theorie...

Slide 22 - Tekstslide

Tekstdoel
  • Het tekstdoel van een beschouwing is dus opiniëren;
  • Je leest bijvoorbeeld voor- en nadelen van een onderwerp;
  • De lezer kan zelf een mening vormen over het onderwerp;
  • Beschouwingen kunnen op verschillende manieren opgebouwd worden;
  • Jullie MOETEN het op de volgende manier doen:
  • In jullie beschouwing laten jullie verschillende meningen over een onderwerp aan bod laten komen.

Slide 23 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  • Bepaal eerst de hoofdgedachte: Het belangrijkste wat jullie willen vertellen in één zin.
 
  • Enkele voorbeelden:
* De meningen over het toelaten van vluchtelingen lopen nogal uiteen.
* Zouden we vluchtelingen moeten opnemen in ons land?

Slide 24 - Tekstslide

Theorie: tekststructuren [39 t/m 45] die passen bij een beschouwing:
  • voordelen-en-nadelenstructuur (schrijver gaat niet verder dan de beschrijving);
  • vroeger-en-nu-structuur/ vroeger-nu-toekomststructuur (schrijver toont dat je op verschillende manieren tegen de verandering aan kan kijken)
  • probleem-en-oplossingstructuur (de schrijver zet de lezer aan tot denken)
  • verschijnsel-en-verklaringstructuur (schrijver laat wel zijn voorkeur blijken, maar zijn doel is de lezer aan het denken zetten)
  • verschijnsel-en-besprekingstructuur 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Succes!

Slide 29 - Tekstslide