2-7 Wat is elektriciteit (2.3)

po in tweetal binnen 40 min.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

po in tweetal binnen 40 min.

Slide 1 - Tekstslide

huiswerk controle 

Slide 2 - Tekstslide

                       Lesdoelen:
  • Leg uit wat elektriciteit is.
  • Teken eenvoudige schakelschemas.
  • wat betekent elektrische stroom
  • wat betekent spanning
  • wat betekent vermogen
  • serie en parallel schakelingen herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
  • Elektriciteit stroomt uitsluitend in 
        een gesloten kring, de stroomkring.
  • Een stroomkring bestaat minimaal uit:
       - Een spanningsbron,
       - Een elektrisch apparaat en
       - Aansluitdraden (koper)
Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.

Slide 4 - Tekstslide

Stroomterkte I(Ampere)
  • Stroomsterkte: de grootte van de 
        stroom in de stroomkring. Het aantal bewegende ladingen per seconde,  I , uitgedrukt in Ampere.  I(A)=25 mA=0,025A
  • De stroomsterkte is overal in de 
        serie kring evengroot.

Slide 5 - Tekstslide

Spaaning u(Volt)
  • Spanning over een apparaat geeft aan hoeveelheid energie de stroom afgeeft aan een apparaat. U spanning uitgedrukt in Volt. U(V)
  • Je kan zeggen een klant betaal een energiebedrijf voor het pompen van energie. Ze maken niet zelf stroom.
  • Een batterij zorgt voor het rondpompen van elektrische stroom en energie.

Slide 6 - Tekstslide

Schakelschema
Voor een stroomkring teken je een overzichtelijke schema: het schakelschema. Voor elk onderdeel gebruik je een symbool. zie blz. 90

Slide 7 - Tekstslide

Schakelschema
  • De symbolen verbind je 
        met rechte lijnen.
  • Deze rechte lijnen maak je 
        met een geodriehoek.
  • Schakelschemas teken je 
        met een potlood.

Slide 8 - Tekstslide

Schakelschema van een zaklamp

Slide 9 - Tekstslide

Voorstelling van stroom

Slide 10 - Tekstslide

Wat stroomt er eigenlijk?
Elektronen
  • Deze deeltijes zijn elektrisch gelade deeltjes
  • die heel klein zijn
Bij bliksem en bij een plasma 
bol zie je niet de elektronen, 
maar je ziet wel waar de stroom loopt.

Slide 11 - Tekstslide

Elektrisch vermogen
De hoeveelheid geleverde energie per seconde.


U is spanning in volt (V)
I is stroom in ampere (A)
P is vermogen in watt (W)

P=UI

Slide 12 - Tekstslide

Serie & Parallel schakelingen
Als we meerdere lampjes op een spanningsbron aansluiten, dan kunnen we dat op verschillende manieren doen. Rechtsonder zien we de zogenaamde serieschakeling. In een serieschakeling zijn alle lampjes in dezelfde stroomkring opgenomen. Als we in deze schakeling één lampje losdraaien, dan wordt deze stroomkring verbroken en gaan alle lampjes uit.

Rechtboven zien we de zogenaamde parallelschakeling. In een parallelschakeling heeft elk lampje zijn eigen stroomkring. Als we in deze schakeling één lampje losdraaien, dan wordt slechts één van de stroomkringen verbroken. De andere lampjes blijven in dit geval gewoon branden.

Als er een schakeling wordt gebouwd uit meerdere lampjes en het is niet serie en niet parallel, dan noemen we dit een gemengde schakeling.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent elektrische stroom?
A
het aantal ladingen
B
elektrische energie
C
het aantal bewegende ladingen per seconde
D
elektrische energie per seconde

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het symbool van spanning en de bijbehorende eenheid
A
I(A)
B
U(A)
C
U(W)
D
U(V)

Slide 16 - Quizvraag

Een lampje gaat pas branden als er elektronen door gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Door een isolator kunnen geen elektronen vloeien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bij een serie schakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Bij een parallelschakeling verdeelt de hoofdstroom zich ( in verschillende takken).
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

wat heb je vandaag geleerd

Slide 22 - Open vraag

Samenvatting
  • Elektriciteit is de vloei van elektronen.
  • Voor een elektrische stroom zijn een 
        spanningsbron, en een geslote kring 
        nodig.
  • Een stroomkring teken je in een schakelschema.
  • Feller branden van een lamp betekent een hoog verbruikt vermogen.  huiswerk par. 1  hfd. 3 

Slide 23 - Tekstslide