Nascholing

Van voorwaarden
tot schrijven
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
schrijvenHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Van voorwaarden
tot schrijven

Slide 1 - Tekstslide


Programma

introductie
ervaringen koppelen/ verklaren vanuit de theorie
Motoriekcircuit / Motorlab

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

1
2

Slide 8 - Tekstslide

rijp

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Primaire schrijfvoorwaarden

Slide 13 - Tekstslide

Plaats, afstand, richting. Deze ontstaan vanuit ruimtelijke ervaringen en sensorische oefening. Inzetten en stoppen.


Kennis van begrippen:

  • statische verwijzen naar een vorm (recht, gebogen, schuin)

  • dynamische verwijzen naar een beweging (omlaag, linksom, opzij)

Oriënteren op het platte vlak:
'bovenaan beginnen' is 'ver weg beginnen'
Ruimtelijk oriëntatie

Slide 14 - Tekstslide

Oog- handcoördinatie

Het oog leidt de hand. 

  • mikken

  • materiaal bepaalt naast de rijping de grootte van de beweging

Slide 15 - Tekstslide

Temporele ordening van handelen
Letterperceptie: 

  • herkennen van vormen, overeenkomsten en verschillen, 
  • geven van een nauwgezette beschrijving van een letter,
  • welke bewegingsvormen (traject) nodig zijn voor het maken van een letter.

Slide 16 - Tekstslide



  • evenwicht (afstand neus - werkvlak)
  • stabiliteit
  • spiertonus


handen vrij om te manipuleren (schrijven)

  • rompisolatie  
  • tactiel
  • proprioceptief

Lichaamsbesef / evenwicht

Slide 17 - Tekstslide



ontwikkeling handfunctie
(van binnen naar buiten)

  • opponeren
  • inscriptiebeweging
  • pols naar buiten kantelen
  • functionele tweedeling
  • in hand manipulatie


Duimoppositie / functionele pengreep 
ontwikkeling van pen en papiertaken
op tijd stoppen en blad vasthouden

 
open webspace 

Slide 18 - Tekstslide

Handvoorkeur / gelateraliseerd zijn


  • in hand manipulatie
  • werkhand - steunhand

  • lichaamshelften apart van elkaar kunnen aansturen

  • kruisen van de mediaanlijn

Wat doe je als een kind geen duidelijke handvoorkeur heeft halverwege groep 2?
Motiveer je beslissing.
Lemniscaat patroon: kussende kippen
bij ambidexter kinderen is eind groep 2 een dominantieonderzoek aan te raden 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Secundaire schrijfvoorwaarden

  •  Zit-schrijfhouding


  •  Papierligging


  •  Pengreep

Slide 21 - Tekstslide

Van voorwaarden
tot schrijven

Slide 22 - Tekstslide

Zit-schrijfhouding
Evenwicht ligt aan de basis van al het bewegen.

  • spiertonus te hoog of te laag
  • sensorische integratieprobleem
  • concentratieverlies
  • motivatieverlies

Slide 23 - Tekstslide

Papierligging  L & R-handig
Ruitenwisserprogramma

complexe samengestelde beweging

  • stand van de onderarm
  • functie van de niet schrijfhand

Slide 24 - Tekstslide

Pengreep
Onder te verdelen in drie groepen:

  • de onrijpe pengreep
  • de overgangsgrepen
  • de rijpe grepen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat te doen met de 'verkeerde'
pengreep?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat zijn goede pennen?

Slide 29 - Tekstslide

Maak de schrijfbeweging en voeg je afbeelding toe

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

kleuters kleuren in één bewegingsrichting en draaien hun papier, om een ander gedeelte in te kleuren.

schuine bewegingen zijn van nature voorkeursbewegingen.

later de vingerbewegingen, waardoor er kleine en ronde bewegingen gemaakt kunnen worden. (inscriptiebeweging - dynamische pengreep - papierligging)

conclusie: 
vanuit motorisch perspectief zijn veel voor- en nadelen van beide methodes te benoemen.

Slide 33 - Tekstslide

Niet verbonden schrift?
Verbonden schrift?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide


Opdracht: 15 minuten
 
zoek drie oefeningen
  • kleuren - arceren
  • groot - klein 
  • hard - zacht drukken

uit te voeren met één hand
of twee handen tegelijkertijd.
Grafomotorische oefeningen 
zijn bewegingsoefeningen op papier
ooghandcoördinatie

ruimtelijke oriëntatie

buig- en strekbewegingen

op tijd stoppen

vasthouden van het blad
beheersing en dosering

van groot naar klein

heen en weer gaand

cirkelvorming

bewegingsuitslag


Slide 36 - Tekstslide


Opdracht: 15 minuten
 
zoek drie oefeningen met duidelijke vormgevingseis:

  • traject
  • vorm 
  • verbaliseren

uit te voeren met één hand.

Grafocognitieve oefeningen 
werken met vormgevingseisen
ooghandcoördinatie

ruimtelijke oriëntatie

buig- en strekbewegingen

op tijd stoppen

vasthouden van het blad
beheersing en dosering

van groot naar klein

heen en weer gaand

cirkelvorming

bewegingsuitslag


Slide 37 - Tekstslide

voeg foto toe

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Woordweb