How to fill in forms

Filling in a form

TODAY's goal

I can fill in an English form correctly using words and short sentences
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, g, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Filling in a form

TODAY's goal

I can fill in an English form correctly using words and short sentences

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer zou je wel eens een formulier in het Engels moeten invullen?

Slide 2 - Woordweb

Waarom een formulier invullen?

* registratie via een website
* een aankoop doen
* solliciteren voor een baan
* online reserveren 
(vlucht / hotel / restaurant / activiteit etc)


Slide 3 - Tekstslide

Check goed wat je moet doen
* Moet jij zelf echt alle velden invullen of zijn er ook andere partijen die iets in moeten vullen? 
* Is het een verplicht veld?
* Controleer alles heel goed voor je een formulier inlevert / stuurt

Slide 4 - Tekstslide

Names
First name: Voornaam
Last name: Achternaam
Surname: Achternaam

ALTIJD met een hoofdletter en niet meer invullen dan nodig is!

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent ''surname / last name''
A
Voornaam
B
Achternaam
C
Mannen naam
D
Doopnaam

Slide 6 - Quizvraag

First name:

Slide 7 - Open vraag

Surname:

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent "Initials"

Slide 9 - Open vraag

Date of birth
Er zijn verschillende manieren op een datum in te vullen, maar hou je vast aan de volgende:

7 January 2025

Schrijf de maand volledig uit mét hoofdletter.

Slide 10 - Tekstslide

Date of birth:

Slide 11 - Open vraag

Address
Schrijf je eigen adres op zoals je dat in het Nederlands ook doet. Kijk in het formulier welke onderdelen van je adres je nog meer moet invullen. Als er ook om je postcode, stad en land wordt gevraagd verderop vul je nu alleen je straat in.

Elzenlaan 2

Slide 12 - Tekstslide

Address:

Slide 13 - Open vraag

Postal code/Zip code:

Slide 14 - Open vraag

City:

Slide 15 - Open vraag

Country:

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent Nationality?
A
Land waar je een paspoort van hebt
B
Land waar je woont
C
Land waar je naartoe reist/schrijft
D
Land van je ouders

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb een Nederlands paspoort wat vul ik in bij Nationality?
A
NL
B
Nederlands
C
The Netherlands
D
Dutch

Slide 18 - Quizvraag

Wat vul jij in bij Nationality?

Slide 19 - Open vraag

Email address:
Vul alleen je e-mail in zoals je dat in het Nederlands ook doet. 

Slide 20 - Tekstslide

Email address:

Slide 21 - Open vraag

Mobile phone number: 
Schrijf dit op zoals je dat in het Nederlands ook doet. 

Slide 22 - Tekstslide

Mobile phone number:

Slide 23 - Open vraag

Fill in the forms
I will hand-out a paper, fill in the forms!

Slide 24 - Tekstslide