Grammar Herhaling H3

Goooodmorning y'all
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goooodmorning y'all

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?

Lonneke Sonnemans
22 jaar
2e jaars lerarenopleiding tot Engels docent
sport, lezen en muziek

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Future:
going to - will/shall - Present simple - present continuous
word order
prepositions

Slide 3 - Tekstslide

Going to

Slide 4 - Tekstslide

Regel
Je gebruikt am going to, are going to en is going to:
  •  als iets gepland is
  • als het erop lijkt dat het in de toekomst gaat gebeuren (voorspelling)
  • gebruikt altijd hele werkwoord na going

Slide 5 - Tekstslide

oefenen
  1. He ........ to buy a car.
  2. I ........ to cook a meal.
  3. We ....... to have a drink.

Slide 6 - Tekstslide

oefenen
  1. He is going to buy a car.
  2. I am going to cook a meal.
  3. We are going to have a drink.

Slide 7 - Tekstslide

Will and Shall

Slide 8 - Tekstslide

Will & Shall
Als je praat over de toekomst gebruik je will of won't
I will go shopping tomorrow.
I won't go shopping tomorrow.

Een vraag over de toekomst is met I of we dan gebruik je shall
Shall we go shopping?

Slide 9 - Tekstslide

oefenen
  1. A: I'm hungry.
    B: _____ we make some bacon and eggs.
  2. I don't think I _____ go out this weekend. I'm very tired.
  3. I _____ always love you.

Slide 10 - Tekstslide

oefenen
  1. A: I'm hungry.
    B: Shall we make some bacon and eggs.
  2. I don't think I will go out this weekend. I'm very tired.
  3. I Will always love you.

Slide 11 - Tekstslide

Present Simple

Slide 12 - Tekstslide

Regel
Gebruik je als:
  • het standard is zoals een rooster of dienstregeling
  • een vaste afspraak

The train leaves at 11 p.m
I have a doctors apointment at 4 p.m

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
  1.  (he / drive) to work every day.
  2.  (I / not / think) you're right.
  3. (we / have) enough time?

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
  1.  He drives to work every day.
  2. I don't think you're right.
  3. Do we have enough time?

Slide 15 - Tekstslide

Future vorm: Present Continuous

Slide 16 - Tekstslide

Regel
be + ww + -ing
je kan het gebruiken voor dingen die gepland staan of als je bezig bent met de voorbereidingen voor een afspraak.

We're seeing him tomorrow
I am flying to London tomorrow

Slide 17 - Tekstslide

oefenen
  1. (I / study) at the moment
  2. (I / not / sleep)
  3. (you / play) badminton tonight?

Slide 18 - Tekstslide

oefenen
  1. I am studying at the moment
  2. I am not (ain't) sleeping
  3. Are you playing badminton tonight?

Slide 19 - Tekstslide

word order

Slide 20 - Tekstslide

regel
  1. onderwerp
  2. werkwoord
  3. lijdend voorwerp
  4. plaats
  5. tijd

wie - doet - wat - waar - wanneer.

Slide 21 - Tekstslide

regel

uitzondering Adverbs
  1.  zet je voor het hoofdwerkwoord
  2. na Am/are/is/was/were

Slide 22 - Tekstslide

oefenen

  1. fly / with my parents / to Florida / sometimes / I / in winter
  2. sometimes / in a garage / Mr Hodges / his car / parks
  3. meet / at the sports ground / they / after dinner / always / their friends

Slide 23 - Tekstslide

oefenen

  1. I sometimes fly with my parents to Florida in winter.
  2. Mr. Hodges sometimes parks his car in a garage.
  3. They always meet their friends at the sportgrounds after dinner.

Slide 24 - Tekstslide

prepositions

Slide 25 - Tekstslide

regel

Voorzetsels worden meestal gevolgd door een zelfstandig naamwoord. De precieze betekenis hangt af van het word(en) waar ze bij horen.

Slide 26 - Tekstslide

oefenen
  1. Where do you come ....?
  2. My cousin lives .... Norway.
  3. They are walking ....the bridge.
  4. I don't like flying, so I went to Paris .... bus.
  5. You can stay .... me tonight.

Slide 27 - Tekstslide

oefenen
  1. Where do you come from?
  2. My cousin lives in Norway.
  3. They are walking on the bridge.
  4. I don't like flying, so I went to Paris by bus.
  5. You can stay with me tonight.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide