MAF 1.3 week 4 hoofdstuk 7 Financiering van de sociale zekerheid

Week 4 MAF 1.3
Wat gaan we deze week doen? 

Hoofdstuk 7 uit het boek "Financiering van de sociale zekerheid"



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAFMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 4 MAF 1.3
Wat gaan we deze week doen? 

Hoofdstuk 7 uit het boek "Financiering van de sociale zekerheid"



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

7.1 inleiding: begrippen
Loonstrook / salarisstrook                     Bruto/  netto            

belasting en premies                   

loonbelasting/inkomstenbelasting 

belastingaangifte                               betalen van sociale zekerheid

Slide 3 - Tekstslide

7.2 Heb je een bijbaan?
Zo ja, wat doe je voor werk?

Slide 4 - Open vraag

Wordt je zwart, wit of grijs betaald?
Krijg je een salarisstrook?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Loonheffing
Belastingdienst
Jij
Loon/salaris

Slide 7 - Tekstslide

Brutoloon is lager dan het nettoloon
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 8 - Quizvraag

Brutoloon

- Het bedrag dat is afgesproken in je contract.

- Het bedrag aan belasting (loonheffing) zit er nog in.
Nettoloon

- Het uiteindelijke bedrag dat je op je bankrekening krijgt.

- De belasting (loonheffing)  is eraf.

Slide 9 - Tekstslide

Salarisstrookje

Hierop staat hoeveel salaris je krijgt.
Per maand of per week

Slide 10 - Tekstslide

Jaaropgave


Op een jaaropgaaf staat wat je in dat jaar hebt verdiend bij 1 werkgever. 

Als je verschillende werkgevers hebt gehad in 1 jaar krijg je meerdere jaaropgaven. 

Je werkgever stuurt de jaaropgaaf aan het begin van het nieuwe jaar - meestal in januari of februari. 

Slide 11 - Tekstslide

Loonheffing
Geld uit werk
Overzicht van wat je verdient

Belasting

Loonstrookje

Salaris

Slide 12 - Sleepvraag

Wat staat er op je loonstrook? 
Op de volgende dia staat een loonstrook. Beantwoord hierbij de volgende vragen: 
  1. Hoeveel is het Brutoloon?
  2. Hoeveel is het Nettoloon?
  3. Wat gaat er van het Brutoloon af?
  4. Waar gaan deze bedragen heen? 
  5. Wat betekent de 65,56%?
  6. Over welk bedrag wordt belasting betaald?
  7. Hoe wordt de belasting genoemd die je moet betalen?

Maak deze opdracht in groepen, tijd: 10 minuten. Antwoorden per groep. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat staat er op je loonstrook? 
  1. Hoeveel is het Brutoloon?       1864,53 euro
  2. Hoeveel is het Nettoloon?       1551,52 euro
  3. Wat gaat er van het Brutoloon af?      Premies en belastingen
  4. Waar gaan deze bedragen heen?       Naar de Belastingdienst
  5. Wat betekent de 65,56%?        Dat deze persoon niet fulltime werkt
  6. Over welk bedrag wordt belasting betaald?   Over het heffingsloon
  7. Hoe wordt de belasting genoemd die je moet betalen?    Loonbelasting



Slide 15 - Tekstslide

Premies werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
  • Werknemers betalen voor de werknemersverzekeringen, zoals de WW, WIA en ZW geen rechtstreekse premies. Deze premies worden door de werkgever betaald aan de BD. Daarom staat het ook niet op de loonstrook. 
  • Loonheffing is het bedrag aan loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen AOW, Wlz en Anw dat de werkgever inhoudt op het loon van zijn werknemer. De werkgever draagt deze loonheffing af aan de BD.

Slide 16 - Tekstslide

Dus samenvattend 7.2 : 
  • Bruto: loon wat je baas aan je betaalt zonder dat er iets afgehaald is            Netto: dit krijg je uitbetaald 
  • De belasting wordt berekend over je heffingsloon (loon waarover loonheffing wordt ingehouden) 
  • De belasting die je betaalt heet loonbelasting
  • Je werkgever betaalt dit voor je aan de belastingdienst (als een soort voorschot) 

Slide 17 - Tekstslide

Verschil loon- en inkomstenbelasting
  • Aangifte doen = eenmaal per jaar aangiftebiljet invullen bij de belasting dienst (online / via app) 
  • Je hebt dan al via je werkgever  of uitkeringsinstantie je loonbelasting betaald (voorschot / voorheffing) 
  • Je vult dan het inkomen van je aangifte in en soms kun je nog geld terugkrijgen of moet je bij betalen


Slide 18 - Tekstslide

Terugkrijgen of bijbetalen?
  • Terugkrijgen bijvoorbeeld vanwege aftrekposten zoals de hypotheekrente of door heffingskortingen = bedragen waarover geen belasting hoeft te worden betaald. Zo is er de algemene heffingskorting voor iedereen (BIJBAAN!!)  
  • Bijbetalen bijvoorbeeld vanwege ZZP inkomsten 
Dus: voorheffing te hoog? dan krijg je terug. Voorheffing te laag? dan betaal je bij 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is het verschil tussen AOW en pensioen?
  • AOW = algemene ouderdomswet. De hoogte van de AOW uitkering is gelijk aan het sociaal minimum. 
  • Mensen in loondienst bouwen pensioen op zodat ze meer inkomen hebben. Iedere maand betalen ze pensioenpremie.
  • Vanaf je 67e krijg je iedere maand zowel AOW als pensioen uitkering op je bankrekening gestort.
  • ZZP-er moet zelf sparen/iets regelen voor extra inkomen.

Slide 21 - Tekstslide

7.3 Wie betaald sociale zekerheid? 
Hoe zat het ook alweer? 

Slide 22 - Tekstslide

Wordt betaald uit premies van de werkenden 
Wordt betaald uit algemene belastingen 
AKW 
AOW 
WMO
WW
WIA
Participatiewet

Slide 23 - Sleepvraag

Samenvattend 7.3 : 
  • De volksverzekeringen (AOW AKW ANW WLZ) worden betaald uit de inkomstenbelasting van degenen die werken of een uitkering ontvangen 
  • De AKW wordt uit de algemene middelen van het Rijk, dus alle belastinginkomsten samen, betaald
  • De Werknemersverzekeringen (WW, WIA) worden betaald uit premies die door de werkgever worden betaald 
  • De sociale voorzieningen (Participatiewet / WMO) worden ook betaald uit de algemene middelen van het Rijk
  • Voor de zorgverzekering betaal jij zelf premie, maar je werkgever ook

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide