bio

biologie
voobeeld dia
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

biologie
voobeeld dia

Slide 1 - Tekstslide

ben je al begonnen?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

als je nog niet bent begonnen waar ligt het aan?
A
hulp nodig
B
weet niet hoe het moet
C
geen zin
D
vergeten

Slide 3 - Quizvraag

kies een dier
kies een dier met een superzintuig waar je het over gaat doen.
voorbeelden:
timer
0:15

Slide 4 - Tekstslide

superzintuigen
door: ....
klas 1e
docent naam

Slide 5 - Tekstslide

inleiding
Ik moet in deze opdracht een powerpoint maken over een superzintuig van een dier. Ik heb als dier de wijgaardslak gekozen en ik ga het over zijn huid hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Freek- Vonk superzintuigen
De video van Freek Vonk gaat over superzintuigen van dieren en hoe ze werken. Zo ging hij elk zintuig langs dus de oren, ogen, neus, mond en huid. Freek had bij elk zintuig een dier meegenomen. Hij vertelde dat goudvissen meer kunnen zien dan mensen zoals infrarood licht. Hij had ook een ratelslang mee die hebben warmte zensoren op hun kop waarmee ze ook in het donker goed kunnen jagen. Hij vertelde over olifanten die hele lage geluiden maken om te communiceren die andere olifanten nog van kilometers weg kunnen horen. En hij liet nog een filmpje zien van de stermol, die een stervormige snuit heeft waarmee die zijn prooi in het donker kan voelen.
Het grappigste moment uit het filmpje was toen een uil ging poepen en het bijna op Freek ’s schoenen kwam.

Slide 8 - Tekstslide

hoe neem je waar
Een superzintuig van de wijngaardslak is de huid.
De huid van de mens heeft verschillende soorten zintuigen: tastzintuid, koudezintuig, warmtezintuig en pijnzintuig.
 Een voorbeeld van een warmte zintuig bij de mens: stel er is net gekookt met het gasfornuis en een gaspit ligt scheef. Iemand wil die gaspit recht leggen . Als je hand dicht bij de gaspit komt voel je de warmte. Dat is een prikkel voor het warmtezintuig. het warmte zintuig zet de prikkel om in impulsen, impulsen gaan door zenuwen naar de hersenen. In de hersenen merk je de hoge temperatuur, je beslist om van de gaspit af te blijven. Impulsen gaan door zenuwen naar de armspieren. De armspieren ontvangen de impulsen en trekt je arm terug.

Slide 9 - Tekstslide

onderdelen huid zintuigen
Het warmte zintuig is gevoelig voor de prikkel ‘hogere temperatuur’ zorg er voor dat je weet wanneer iets te warm is.
Het koudezintuig is gevoelig voor de prikkel ‘lagere temperatuur’ en zorgt er voor dat je weet wanneer iets te koud is.
Het tastzintuig is gevoelig voor de prikkel ‘hoe voelt het voorwerp aan’ door het zintuig weet je of iets hard of zacht is.
Het pijnzintuig is gevoelig voor de prikkel ‘pijn’. De zintuig waarschuwt je voor pijn.
Het arm haar vangt de prikkels op.
De zenuw zorgt ervoor dat dat de impulsen naar je hersenen worden gestuurd.

Slide 10 - Tekstslide

dia 5
voeg een plaatje toe dat je goed de onderdelen kan zien die je besproken hebt.

Slide 11 - Tekstslide

hoe/waar leeft de wijngaard slak
De wijngaardslak komt oorspronkelijk voor in zuid en midden Europa maar is door de handel van de mens over verschillende werelddelen verspreid. De soort komt ook in België en Nederland voor maar is hier erg zeldzaam. Verder naar het zuiden en oosten komt de wijngaardslak in Europa meer voor. De wijngaardslak is een bewoner van warme gebieden. Bijvoorbeeld in wijngaarden.
De slak is herbivoor en leeft van verschillende soorten planten, waarvan verschillende plantendelen worden gegeten. De slak zelf wordt gegeten door verschillende natuurlijke vijanden, zoals egels, vogels, spitsmuizen, padden en kikkers. Daarnaast heeft hebben ze te vrezen van de mens. De wijngaardslak is een van de eetbare soorten slakken en is als escargot een lekkernij in de Franse keuken.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werkt het superzintuig  van de wijngaardslak
De huid van de slak is een belangrijk zintuig. De buitenste laag van de huid heeft heel veel zintuigcellen. Daarmee voelt de slak veranderingen in de omgeving, zoals trillingen in de lucht en in de bodem en veranderingen in luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur. Voor een wijngaardslak is het van heel belangrijk om de temperatuur en vochtigheid te kunnen bepalen, omdat de slak een waterig lichaam heeft dat gemakkelijk uitdroogt bij warm en droog weer. Als het erg koud wordt kan het lichaam bevriezen, daardoor kent de wijngaardslak zowel een winterslaap als een zomerslaap.

Slide 13 - Tekstslide

Onderdelen huid
Het lichaam van een kruipende slak kan een lengte bereiken van ongeveer 12 centimeter. De wijngaardslak heeft een bleek oranjebruine tot grijze lichaamskleur, de huid bestaat uit opperhuid die altijd vochtig is en hierdoor glinstert. De huid bevat verschillende klieren waarvan de kalkklieren en slijmklieren de belangrijkste zijn. Kalkklieren zijn klein en langwerpig en zijn op huiddelen die buiten de schelp gelegen zijn daarnaast veel minder talrijk dan de slijmklieren. De slijmklieren zijn geconcentreerd in grote, wratachtige bulten die zichtbaar zijn als de lichtere vlekjes op de huid van de slak. Onder een microscoop bestaan de lichtere bultjes uit met slijm gevuld met slijmklieren.

Slide 14 - Tekstslide

Nut van superzintuig
Het lichaam van de wijngaardslak is bedekt met een laagje slijm. Als de slak wordt aangevallen of in aanraking komt met onprettige stoffen wordt door de huid veel slijm aangemaakt. Het slijm wordt ook gebruikt bij beweging, wat het slijmspoor veroorzaakt. Het slijm van de wijngaardslak is niet giftig. Omdat het slijm moeilijk is weg te halen van bijvoorbeeld lichaamsbeharing houdt het bepaalde roofdieren op afstand.

Slide 15 - Tekstslide

nawoord
Ik vond het eigenlijk best wel leuk om te maken, omdat het niet te moeilijk was. Ik vond het ook wel grappig om een keer een dia presentatie te maken over een dier want dat had ik nog nooit gedaan.
Ik heb er wel van geleerd want ik wist nog niet veel over slakken. Ik heb bijvoorbeeld geleerd dat het slijm van de slak de vijanden op afstand houd omdat het moeilijk is om het uit je haren te halen.

Slide 16 - Tekstslide

kunnen jullie nu aan het werk?
A
ja
B
nee, ik heb nog extra uitleg nodig
C
ik heb nog een vraag

Slide 17 - Quizvraag