Oefenopdrachten H7

Oefenopdrachten H7
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenopdrachten H7

Slide 1 - Tekstslide

Een voetbal heeft een levertijd van 4 werkdagen. De afzet per dag is 15 stuks.
Bereken de minimumvoorraad.

Slide 2 - Open vraag

Een speelgoedwinkel verkoopt per dag 8 legopakketten. De levertijd is 3 werkdagen.
Bereken de minimumvoorraad.

Slide 3 - Open vraag

Hoe noemt men de voorraad die bij een inventarisatie wordt geteld?
A
Maximumvoorraad
B
Minimumvoorraad
C
Werkelijke voorraad
D
Economische voorraad

Slide 4 - Quizvraag

Kosten die ontstaan omdat je in de voorraad hebt geïnvesteerd (je hebt de voorraad moeten kopen) noemen we:
A
Ruimtekosten
B
Rentekosten
C
Risicokosten

Slide 5 - Quizvraag

Als je een magazijn hebt moeten huren om je voorraad in op te slaan, noemen we dit:
A
Rentekosten
B
Ruimtekosten
C
Risicokosten

Slide 6 - Quizvraag

De kans dat de voorraad bederft of uit de mode raakt als het in het magazijn ligt, noemen we:
A
Ruimtekosten
B
Rentekosten
C
Risicokosten

Slide 7 - Quizvraag

In een krat zitten 24 flesjes cola. Een winkelier wil 132 flesjes cola bestellen.
Hoeveel besteleenheden heeft de winkelier nodig?
A
5
B
6
C
132
D
144

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt nog 4 flessen shampoo als voorraad. De minimumvoorraad is 8 en de maximumvoorraad is 100.
De besteleenheid is 10.
Hoeveel besteleenheden kun je bestellen?

Slide 9 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met de besteleenheid?

Slide 10 - Open vraag

Een ander woord voor de werkelijke voorraad is de ...
A
Actuele voorraad
B
Economische voorraad
C
Technische voorraad

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met het inventariseren van de voorraad?

Slide 12 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met de economische voorraad?

Slide 13 - Open vraag

De voorraad van een bedrijf is op 1 januari 14.000 stuks en op 31 december van datzelfde jaar 14.100 stuks.
Bereken de gemiddelde voorraad.

Slide 14 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om te weten hoeveel de voorraad waard is?
A
Je laat dan de medewerkers zien dat je alles goed in de gaten houdt.
B
Je laat de administratie zien dat ook daar fouten kunnen worden gemaakt.
C
Je doet dit omdat het moet van de belastingdienst.
D
Je doet dit om te controleren of de aanwezige voorraad klopt met die in de administratie

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt gegevens over de voorraad van 4 kwartalen:
Q1 €20.000
Q2 €35.000
Q3 €37.000
Q4 €42.000
Bereken de gemiddelde voorraad


Slide 16 - Open vraag

Gewogen gemiddelde voorraad
Bij het berekenen van de gewogen gemiddelde voorraad tel je de voorraad van 31 december en 1 januari maar voor de helft mee. 
Berekening gewogen gemiddelde voorraad = (1/2 x P1 + P2 + P3 + P4+  1/2 x P5) : 4

Je ziet dat de eerste en de laatste periode maar voor de helft meetelt. 

Slide 17 - Tekstslide

1 Januari €40.000
1 April €22.000
1 Juli €30.000
1 Oktober €27.000
31 December €15.000
Bereken de gemiddelde gewogen voorraad.


Slide 18 - Open vraag