Epilepsie Z&B

Epilepsie
Theorie Epilepsie


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOPraktijkonderwijsStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Epilepsie
Theorie Epilepsie


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PIM PAM PET
Je krijgt een Letter van het ALFABET.
Noteer voor je zelf welk woord hierbij past mbt epilepsie.
Weet je niets niet erg, maar let goed op dan kan je tijdens de workshop dit als nog erbij zetten . 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij van epilepsie, ben je het als een tegen gekomen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Wat is epilepsie?

Ander woord voor epilepsie is valziekte.
  • Epilepsie is een aandoening waarbij een persoon getroffen wordt door vaker terugkerende aanvallen. 
  • Waarbij de motoriek, beleving en het gedrag veranderen. Eventueel gepaard gaand met bewusteloosheid

Slide 4 - Tekstslide

Def: epilepsie is een aandoening waarbij een persoon getroffen wordt door vaker terugkerende aanvallen waarbij motoriek , de beleving en het gedrag plotseling veranderen, eventueel gepaard gaand met bewusteloosheid.
Grote groepen hersencellen ontladen zich tegelijkertijd en te gemakkelijk waardoor er aanvallen optreden. Bij vaker voorkomende aanvallen spreekt men van epilepsie. 1 aanval is geen aanval.
Terwijl de persoon doorgaans in de perioden tussen de aanvallen door geen ziekteverschijnselen heeft.
Epilepsie is een plotselinge overmatige ongeordende elektrische activiteit van de hersencellen. Het gevolg is een epileptische aanval.
Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen, van kortdurende momenten van afwezigheid tot herhaaldelijke schokbewegingen enz
Pas als er minstens twee aanvallen in 1 jaar zijn geweest, spreken we van epilepsie
pilepsie ziet er dan wel bij iedereen anders uit, maar het begint altijd in de hersenen. In onze hersenen praten miljarden hersencellen met elkaar. Dat doen ze via elektrische pulsjes. Daardoor kun je lopen, praten, denken, zien. Bij een epileptische aanval is er een plotselinge verstoring in de hersenen. Door die ‘kortsluiting’ heb je even geen controle meer over je lichaam
Hoe ontstaat epilepsie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan/oorzaken epilepsie

Geboorte trauma (zuurstof gebrek tijdens de geboorte)
Hersenletsel
Hersenvliesontsteking
Hersenbloeding (CVA)
Gezwel (tumor) in de hersenen



Slide 6 - Tekstslide

Geboorte trauma
Hersenbloeding
Erfelijke aandoening
Syndroom van down later leeftijd
Hersenschudding
Geboortetrauma
hersenvliesontsteking
erfelijke aandoening waarbij de stofwisseling verstoord is.

200.000 mensen met epilepsie 
Beschadiging tijdens de eerste maanden van de zwangerschap
ernstige hersenschudding
oorzaak kan ook onbekend zijn
Bloedingen,
Vergiftiging
Hersenkneuzing, hersenvlies ontsteking, aangeboren hersenmisvorming
In kwart van de gevallen wordt er geen oorzaak gevonden
Heel zelden is epilepsie zelf de oorzaak van de verstandelijke handicap. Langdurig zuurstofgebrek, bij een zeer langdurige aanval of regelmatig ernstig vallen op het hoofd kan de hersenfuncites aantasten.

Epilepsie komt vaker voor bij zorgvrager met een verstandelijke beperking. Als gevolg van dezelfde oorzaak; afwijkend functioneren van de hersenen.

  • 30% van zorgvragers met verstandelijke beperking heeft epilepsie.
  • Epilepsie kan leiden tot achteruitgang van verstandelijke vermogens.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ernstiger de hersenaandoening, hoe groter de kans op epilepsie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies




2 Soorten
 epileptische aanvallen


Partiele aanvallen



Gegeneraliseerde aanvallen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partiële aanvallen
Spelen af in aanwijsbare plaats in de hersenen.
Aanval beperkt tot 1 lichaamsdeel.
Zorgvrager is gedeeltelijk of geheel bij bewustzijn.
Duur enkele seconden of minuten zonder dat dit wordt waargenomen door een ander.
Voorbeelden: 
Psychomotorische aanval (aura)
Focale aanval met intacte gewaarwording (enkelvoudige) 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Hoe ziet deze aanval eruit?
    De aanval begint in een deel van de hersenen.
    Je bewustzijn blijft helder.
    Soms krijg je door de aanval spiertrekkingen.
    Soms ervaar je door de aanval een gevoel of sensatie.
ocale aanvallen met gevoelens of sensaties

Soms krijg je tijdens de focale aanval juist ongebruikelijke gevoelens of sensaties. Dit worden niet-motorische symptomen genoemd. Je kunt denken aan:

    Hallucinaties: het proeven, ruiken, horen of zien van dingen die er niet zijn.
    Een onwerkelijk gevoel over jezelf of de rest van de wereld.
    Emotionele verwardheid of stemmingsveranderingen.
    Het gevoel hebben dat iets al eens eerder gebeurd is (déjà vu) of juist dat de wereld compleet vreemd is (jamais vu).
    Een doof of tintelend gevoel.

Aura 
Gegeneraliseerde aanvallen
Begint midden in de hersenen
Bewustzijn is verstoord
Motorische verschijnselen gaat over alle willekeurige spieren

Voorbeelden:
Abcence
Tonisch- clonische aanval 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absence

  • Plotseling kortdurende bewustzijnsdaling.
  • Voor zich uit staren.
  • Subtiele beweging of  schokjes.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fases Gegeneraliseerde aanval 
Tonisch clonische aanval: 
                                       Aura (verschijnsel)
                                       Tonische fase, aanspannen spieren
                                       Clonische fase, lichaam schokt
                                       Verslappingsfase,  lichaam gaat ontspannen
                                       Herstelfase,  verward/moe/hoofdpijn

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atonisch en Myclonische 
Atonische aanvallen: verslapping van de spieren, kan leiden tot onverwacht harde val. Korte bewustzijnsdaling.

 

Myclonische aanvallen: symmetrische spierschokken, zeer korte bewustzijnsdaling

Slide 17 - Tekstslide

Atonische  vaak bij ernstige hersenbeschadiging, en moeten een valhelm dragen.
Myclonische series optredende spierschokken die symmetrisch verlopen. Meestal in armen en benen soms hele lichaam. Meestal ‘s ochtends net na het opstaan.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Status epilepticus 
Aanval langer duurt dan 15 tot 30 minuten blijft voortduren.
Aanvallen treden kort na elkaar op, zonder dat de zorgvrager tussentijds bij bewustzijn is.
Levensbedreigend.

Slide 19 - Tekstslide

Betekend dat de insulten kort na elkaar optreden na elkaar, zonder dat de zorgvrager tussentijds bij bewustzijn is. Zeer gevaarlijke toestand, omdat er een zuurstof tekort kan ontstaan in de hersencellen.
Wanneer dit voorkomt moet altijd een arts worden gewaarschuwd, en vaak is opname in het ziekenhuis het gevolg.
Heeft een zorgvrager vaker een grand-mal-insulten optreden met het risico op een status epilepticus wordt er na een paar minuten, in overleg met de arts ( of volgens een vastgesteld handelingsprotocol stesolied RECTIOLE toegediend. lDit is een ontspannend middel die anaal wordt toegediend. De ontspanning treedt hierna snel op.
Soms geef je dit wanneer de aanval langer dan 5 min duurt. _ verstikking kan optreden door braaksel, speeksel of bloed in de longen terecht komen. Ten slotte kan de lichaamstemperatuur oplopen tot een gevaarlijke hoogte.
Zuurstof gebrek, kan er ontstaan.
- wat te doen: valium inspuiten, of stesolied ( diazepam) toegediend via de anus,

Wat kan jij doen? 
  • Luchtweg vrij is
  • Zorg dat de zorgvrager zich niet kan bezeren
  • Blijf in de buurt en Blijf zelf rustig
  • Observeer het verloop van de insult
  • Noteer tijdstip van begin en eind
  • Hoe lang duurt de insult
  • Geef aan waar de zv mee bezig was.
  • Beschrijf gedrag voor de aanval
  • Ga na of er iets ongewoons is gebeurd.
  • Aanvalsbeschrijving (observatielijst) invullen

Slide 20 - Tekstslide

Observatiepunten:
Hoelang duurt de aanval
Welk gedrag vertoont de bewoner precies voor, tijdens en na de aanval.

Wat zijn "triggers" die een aanval kunnen uitlokken?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Triggers
na overmatig alcoholgebruik;
voor of na grote spanningen;
door een tekort aan slaap,
tijdens de menstruatiecyclus als gevolg van hormonale veranderingen;
door sterke lichtprikkels, bijvoorbeeld bij computerspelletjes of door discolicht;
door sterke wisseling van lichaamstemperatuur,
    zoals bij koorts

Slide 22 - Tekstslide

Spanningen ( ruzie, conflicten, stress)
Onzekerheden
Belangrijk regelmatige levensstijl.
Provocerende factoren zoveel mogelijk uitsluiten
Flitsgevoeligheid: luxaflex, langs een bomenrij rijden, snelle beelden op tv ( mTV)
Je kunt het ook provocerende factoren noemen
Snoezelen kan ook een aanval uitlokken

Aanvallen stoppen 
Neusspray midazolam (dormicum)
Rectiole diazepam (stesolid)
Druppels clonazepam (rivotril)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling epilepsie

Medicijnen
Epilepsiechirurgie
Ketogeen dieet
Nervus Vagus Stimulatie (NVS)
Diepe Brein Stimulatie (DBS)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PIM PAM PET
Welk woord heb jij bij jou LETTER gevonden
 mbt Epilepsie. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen 
 www.epilepsiefonds.nl
www.epilepsiekanhetbeter.nl
www.sein.nl
www.epilepsievereninging.nl

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies