2TL periode 3 les 10

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen

Programm

• Planung
• Sprechen
• Lesen
• Abschluss

Lernziele

• Ik weet waar we in de komende periode aan gaan werken. 
• Ik kan beschrijven wat ik op een afbeelding zie.
• Ik kan vragen beantwoorden over hoofdpunten en belangrijke details van een leestekst. 
• Ik kan vertellen wat er in een koffer zit. / Ik kan raden waar de reis naar toe gaat.

Planung

Am 27. Mai: PW Kapitel 10

Am 17. Juni: Spreektoets

An die Arbeit!

Wat: Bekijk de afbeelding. Schrijf in steekwoorden, in het Duits, op wat je op de afbeelding ziet. 

Wie: Alleen

Hoe: In stilte   

Hulp: Wörterbuch N-D

Tijd: 10 minuten

Klaar? Maak hele zinnen van je steekwoorden!

An die Arbeit!

Wat: Leseaufgabe Ferienlager

Wie: Alleen 

Hoe: In stilte

Hulp: Buch Seite 155

Tijd:  15 Minuten

Klaar? Laat je antwoorden controleren! 

Leer/Herhaal Lernlisten! 

Koffer einpacken

Was muss Daniel in seinen Koffer einpacken?

Ihr bekommt ein Reiseziel von mir. Packt den Koffer für Daniel ein. Die Sachen müssen alle in den Koffer passen!

Danach präsentiert ihr den Koffer, aber nennt das Reiseziel nicht. Eure Mitschüler raten, wohin Daniel fährt.

Lernziele

• Ik weet waar we in de komende periode aan gaan werken. 
• Ik kan beschrijven wat ik op een afbeelding zie. 
• Ik kan vragen beantwoorden over hoofdpunten en belangrijke details van een leestekst. 
• Ik kan vertellen wat er in een koffer zit. / Ik kan raden waar de reis naar toe gaat.

Lernziele

• Ik kan de klinkers en Umlaute goed uitspreken.
• Ik kan de sisklanken goed uitspreken.
• Ik kan de Ich-Laut en Ach-Laut goed uitspreken.
• Ik kan vragen stellen en antwoord geven over het thema Ferien.

Ich packe meinen Koffer und nehme mit...

• Was packst du ein? Mache eine Liste (5 Minuten).
• Spickzettel
• Ihr sprecht nur Deutsch!
• Viel Spaß!

• Ik kan vragen stellen en beantwoorden.
• Ik kan vertellen wat ik meeneem op vakantie.

Lernziele

• Ik kan vragen over de inhoud van een tekst over een winkel beantwoorden.
• Ik kan vragen stellen en beantwoorden over wonen, kleding en mijzelf.