Spelling Kijker 7 les 8- stam, stam + t en persoonsvorm

• Nederlands
• Lager onderwijs

Welkom bij de les spelling!

We starten de les met een klein dicteetje. Neem er een apart blaadje bij, noteer je 5 nummers en ga dan door naar de volgende slide.

Dictee

4 woordjes en 1 zin.

1) 

2)

3)

4)

5)

Luister aandachtig naar het dictee. Gaat het te snel? Druk dan even op pauze. 

Beluister het dictee minstens 2 keer.

Neem een apart blaadje en maak het dictee.

Luister hier naar het dictee

Dictee

4 woordjes en 1 zin.

1) heuveltje

2) verfrissen

3) betoveren

4) grommen

5)De hanen kraaien in de ochtend.

-> Opgelet voor hoofdletters en leestekens

Tijdens deze les lezen we het derde deel van de gelaarsde kat. We gaan het hebben over de stam en de persoonsvorm.

De persoonsvorm ken je nog van de vorige les... maar wat is de stam nu weeral?

https:

Ik speel een spelletje.

Ik leer mijn les.

Ik kook vaak.

Ik kijk televisie.

Ik ben soms kapoen.

Ik wil een ijsje.

OPGELET

ik loop                                hij loopt

ik zwem                             de vis zwemt

ik maak                              jij maakt

STAM

STAM + T

Neem je werkboek erbij pagina 8.

Oefening 15: schrijf op het eerste lijntje de stam van het werkwoord. Nadien moet je het werkwoord invullen in de zin.

Let op of je enkel de stam moet schrijven of stam + t

Ben je klaar? Ga dan door naar de volgende slide en verbeter met groen. 

Klaar!

Goed gewerkt! 

Tot de volgende les!