Kunstgeschiedenis - Rococo

Wat is geen kenmerk van de Rococo?
A
Rationeel
B
Dynamisch
C
Frivool
D
A-symmetrisch
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is geen kenmerk van de Rococo?
A
Rationeel
B
Dynamisch
C
Frivool
D
A-symmetrisch

Slide 1 - Quizvraag

Rococo
  • 1720 – 1750
  • Uitvloeisel van Barok

  • Franse adel
  • Tegenhanger van neoclassicisme 
  • Frivool, luchtig, speels, emotie, erotisch
  • Asymmetrisch, overdadig, decadent
  • Eigentijdse kleding
Markiezin de Pompadour - François Boucher

Slide 2 - Tekstslide

  • Rococo is een samentrekking van de woorden rocaille en coquille.  
  • Het woord rocaille (schelp- of rotsachtige versiering) gaat terug op de Franse woorden roc (rots) en coquilles (schelpen).
  • De rococo kenmerkt zich door schelpmotieven en C- en S-vormen.

Slide 3 - Tekstslide

Marie-Antoinette
  • Koningin van Frankrijk tijdens Rococo   (vrouw van Lodewijk XVI).
  • Tijdens Franse Revolutie onthoofd: volk     kwam in opstand tegen adel.
  • Toonaangevend in de mode: overdadige     jurken, prachtige stoffen, pasteltinten,   brede heupen, korset voor smalle taille.
Jean-Baptiste Gautier Dagoty: Marie-Antoinette

Slide 4 - Tekstslide

Schilderkunst
  • Pasteltinten, lieflijk.
  • Modieuze kleding: weelderige jurken, mannen in kousen, pruiken.
  • Diagonale lijnen, a-symmetrie.
  • Putti = engeltjes.
  • Weelderige landschappen, welgestelde   klasse.
  • Luchtig en los geschilderd.
  • Jean-Antoine Watteau, Jean-Honoré Fragonard, Francois Boucher.
Markiezin de Pompadour - François Boucher
Jean-Antoine Watteau, "Fêtes Vénitiennes", 1718-19

Slide 5 - Tekstslide

pastel tinten
diagonale lijnen 
weelderige natuur
modieuze kleding
speels

Slide 6 - Tekstslide

erotisch getint

Slide 7 - Tekstslide

Pastorale schilderkunst  
Herderlijk, vredigheid van het landleven. 
Liefde tussen herders en herderinnen in overdadig landschap. 

Slide 8 - Tekstslide

Architectuur
  • Vooral zichtbaar in het interieur.
  • Gestuukte, asymmetrische ornamenten.
  • Lichte indruk (wit, goud en pastel).
  • Ovaalvormige plattegrond.
  • Rijke decoraties.
  • Muren,  zuilen en plafond gaan vloeiend in elkaar over.
Johann Baptist en Dominikus Zimmerman: "Wieskirche", 1740 Duitsland
Jean-Antoine Watteau, "Fêtes Vénitiennes", 1718-19
Rocaille                    = schelpmotief

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Porselein 
  • Via VOC uit China, daarna ook Europese   pottenbakkers. 
  • Overdreven duur en verfijn, daardoor   (bijna) geen gebruiksfunctie meer. 
  • Lieflijk en elegant.
  • Dankzij steeds meer kleuren glazuur   uitbundig versierd.
  • Porseleinen beeldjes om te verzamelen.
 

Slide 12 - Tekstslide

BAROK
ROCOCO
RENAISSANCE

Slide 13 - Sleepvraag

Meubel Rococo

Slide 14 - Tekstslide