wk 06: les 3 (Dorpskrant les 3: tussenletters)

Vrijdag 11 februari - G2b

  • 10 minuten stillezen
  • Dorpskrant: tussenletter
  • Aan de slag!






timer
10:00
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 11 februari - G2b

  • 10 minuten stillezen
  • Dorpskrant: tussenletter
  • Aan de slag!






timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen heb je...
...de tekstdoelen en -soorten herhaald.
...de regels voor meervoudsvorming herhaald.
...geleerd wat de regels zijn voor de meervouds-n bij verwijzingen.
...geleerd hoe je een samentrekking juist moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...wat de regels zijn voor de tussenletter.

Slide 3 - Tekstslide

Samenstellingen
Om een samenstelling te vormen, moet je soms letters tussen de woorddelen toevoegen. In het volgende overzicht vind je de regels voor deze tussenletters.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘tomaat’ is ‘tomaten’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Het meervoud van ‘groente’ is ‘groentes’ én ‘groenten’. De samenstelling schrijf je dus alleen met een –e.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
Het meervoud van ‘aap’ is ‘apen’. De samenstelling schrijf je dus ook met –en.

Bij ‘apetrots’ versterkt het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord, namelijk ‘trots’. In de samenstelling schrijf je dus alleen een -e

Slide 8 - Tekstslide

Alle regels voor de tussenletter op een rijtje:

Slide 9 - Tekstslide

Je schrijft -en...
...als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig
naamwoord is dat alleen een meervoud op -n of -en heeft.

vissenkom, verdachtenverhoor, bloemenvaas, hondenhok, boekenkast, kippenren, plantenbak, schoenenrek

Slide 10 - Tekstslide

Je schrijft geen -n...                     (1)
  • ...als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft (roggebrood, ereplaats, rijstepap)
  • ...als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -s heeft (aspergebed, etagewoning, horlogemaker, garagebox)
  • ..als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op-s én -n heeft ( lindebloesem, aktetas, groentesoep)

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft geen -n...                    (2)
  • ...als het eerste deel van de samenstelling geen zelfstandig naamwoord is (huilebalk, rodekool, drinkeboer)
  • ...als het eerste deel van de samenstelling de betekenis van het tweede deel versterkt (apetrots, reuzeleuk, retegoed, beresterk)
  • ...als het eerste deel van de samenstelling een unieke persoon of zaak is (zonnebank, Koninginnedag, maneschijn, hellevuur)
  • ...als het woord niet (meer) herkenbaar is als een samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling, maar is het dat nooit geweest
(schattebout, spillebeen)

Slide 12 - Tekstslide

Je schrijft -s...
...als je die klank hoort.
Als het tweede woorddeel begint met een sisklank, kun je de klank niet horen. Trucje: vervang het tweede woorddeel door een ander woord, zodat je hoort of je een tussen-s moet schrijven.

dorpsfeest, reddingsboot, dus ook:
dorpsstraat, reddingsschip


Slide 13 - Tekstslide

Heb je de theorie begrepen? Ga dan verder met slide 17.

Heb je het nog niet helemaal begrepen? Bekijk dan de uitlegfilmpjes op slide 15 en 16.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

rijst+vlaai

Slide 17 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

montage+afdeling

Slide 18 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

ruimte+gebrek

Slide 19 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

stad+schouwburg

Slide 20 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

plat+grond

Slide 21 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

knarsen+tanden

Slide 22 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

geboorte+golf

Slide 23 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

dag+raad

Slide 24 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

gerst+pap

Slide 25 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

paard+staart

Slide 26 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

opname+wagen

Slide 27 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

hart+lust

Slide 28 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

verkeer+slachtoffer

Slide 29 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

tarwe+korrel

Slide 30 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

spin+web

Slide 31 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

slijtage+plek

Slide 32 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

recht+zaal

Slide 33 - Open vraag

Maak een samenstelling van de gegeven woorden.

collecte+bus

Slide 34 - Open vraag

Tussenletter -s?
najaar...storm
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Tussenletter -s?

spruitje...stamppot
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quizvraag

Als een deel van de samenstelling uniek is, dan .......
A
Is de tussenletter altijd een -n
B
Is de tussenletter altijd een -s
C
Wordt er geen tussenletter gebruikt

Slide 37 - Quizvraag

Een samenstelling met versterkende uitdrukking krijgt als tussenletter(s):
A
-e
B
-en
C
-s
D
geen

Slide 38 - Quizvraag

Welke woorden zijn goed geschreven? Let op de tussenletter.
A
Fietsslot
B
Druivesap
C
Trainingsschema
D
Zonnenbrand

Slide 39 - Quizvraag

Samenstelling en tussenletter

Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
alleen een meervoud op een -s heeft
D
het aangeeft hoe leuk of groot iets is

Slide 40 - Quizvraag

Een samenstelling waarvan het eerste deel 2 meervoudsvormen heeft krijgt als tussenletter(s):
A
-e
B
-en
C
-s
D
geen

Slide 41 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je schrijft een tussenletter -e- in een samenstelling als het eerste deel alleen een meervoud op -en heeft.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
hoogtemeter
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 43 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 44 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 45 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 46 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
bendeleden
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 47 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 48 - Quizvraag

zon + stelsel =

Slide 49 - Open vraag

nacht + gaal =

Slide 50 - Open vraag

Lesdoel behaald?

Ik kan de juiste regels toepassen bij het schrijven van de tussenletter.
A
Ja
B
Nee

Slide 51 - Quizvraag