Les 8 Schoolkindfase deel 2

Het Schoolkind (deel 2)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het Schoolkind (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Terugblik
2. Theorie
3. Thiememeulenhoff
4.  Pauze

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 
De schoolkindfase deel 1

1. Groepjes verdelen  
2. toetsvragen schoolkind: lichamelijk (2) & cognitief (2)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een schoolkind kan goed taakgericht werken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groeispurt komt gemiddeld op 7 jarige leeftijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij wie begint de groeispurt eerder?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkinderen zijn 'prestatiegericht'. Leg uit wat dit betekent.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Aan het begin van de schoolkindfase (6 t/m 9 jaar) voelt het kind zich stabiel en heeft het zijn emoties onder controle. Het kind herkent en begrijpt zijn eigen emoties en die van anderen beter.
Het oudere schoolkind (9 t/m 12 jaar) voelt zich meer onstabiel. Het kind begint aan zichzelf te twijfelen: 'zie ik er wel goed uit?’; ‘kan ik het wel?’; ‘wat vinden mijn vriendjes en vriendinnetjes ervan?’.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Schoolkinderen willen er graag bij horen. Daarom is er vaak sprake van conformisme onder schoolkinderen. Conformisme betekent jezelf aanpassen aan de groep. Als jij je aanpast (conformeert) aan de groep is de kans groter dat je er bij gaat horen. Voor een schoolkind is er bijna niets ergers dan er niet bij horen. Een bekend voorbeeld is dat kinderen gaan lachen om een grapje die ze eigenlijk niet begrijpen. 

Slide 13 - Tekstslide

Onder schoolkinderen is pesten helaas een veelvoorkomend probleem. Pesten is een groepsprobleem; het heeft te maken met de sfeer die in de groep hangt. Bij pesten binnen een groep zijn er verschillende partijen. Als eerste zijn er de pesters (de aanstichters). De grootste groep bestaat uit de meelopers. Deze meelopers hebben veel invloed. Niets zeggen is in de praktijk hetzelfde als goedkeuren. Als laatste groep heb je nog de zwijgers, de kinderen die niets doen. Het signaleren en aanpakken van pesten is heel belangrijk. Gepest worden laat diepe sporen na, die het hele leven bij kunnen blijven.

Wat is het verschil tussen pesten en plagen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
''Tijdens het buitenspelen komt Mehmet (9 jaar) naar je toe: ''Ik mag niet meedoen met voetballen''. Zelf heb jij niet gezien wat er is gebeurd. Terwijl jij samen met Mehmet terugloopt naar de voetballende kinderen, vertelt hij wat er is gebeurd: ''De bal ging uit, toen wilde ik 'm pakken en ingooien, maar Leo was mij voor. En die zei: ''Ga weg, ik gooi de bal wel in''.''

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind je dat dit pesten is? Waarom wel of niet?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je hier mee omgaan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
''Linette staat in haar eentje op het plein, met haar hoofd naar beneden. Als jij aan haar vraagt wat er aan de hand is, vertelt ze dat ze alweer niet mee mag doen met haar vier vriendinnen. ''Ze zeggen dat ze met zijn vieren willen spelen.'' Jij loopt naar de andere meisjes en vraagt of dit klopt. Zij zeggen inderdaad dat Linette niet mee mag spelen. Linette is verdrietig. Ze mag vaker niet mee doen. ''Ze vinden dat ik stom ben'', zegt ze.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind je dat dit pesten is? Waarom wel of niet?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je hier mee omgaan?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Voor schoolkinderen zijn er meerdere volwassenen die een belangrijke rol spelen. Naast ouders kunnen dit ook leerkrachten, trainers of andere familieleden zijn. Je ziet qua gezag een verschuiving ontstaan in de schoolkindfase. Een jong schoolkind van 6 jaar gehoorzaamt een volwassene, omdat deze een bepaalde positie heeft. Een schoolkind van 10 jaar of ouder luistert pas naar een volwassene als die zich persoonlijk heeft bewezen. Het gezag wordt dan niet meer als vanzelfsprekend ervaren. 
Schoolkind (6-12)
6-9 jaar: Geen voorkeur voor geslacht
+/- 10: vaker eigen geslacht
Na 11/12 jaar: vaker samen spelen, maar met lichte seksuele ondertoon

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als is een kind 10 jaar, wil het vaak niet met een kind van het andere geslacht spelen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij pesten is er sprake van 2 partijen: de pesters (aanstichters) en de meelopers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie twijfelen meer over zichzelf en zijn vaker onzeker?
A
Jonge schoolkind
B
Oudere schoolkind

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat conformisme betekent

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies