De vergrotende trap

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitleg:
"groter" is de vergrotende trap
 van "groot".
De overtreffende trap zou zijn:
"De mijne is het grootst."

groot = stellende trap
groter = vergrotende trap
het grootst = overtreffende trap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
De vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord maak je door plus (+), moins (-), aussi (=) voor een bijvoeglijk naamwoord te zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • Zet plus voor het bijvoeglijk naamwoord.
  • Obélix  est plus grand

  • Pas het bijvoeglijk naamwoord wel aan wanneer dit moet!
  •  La fille est plus grande

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • Zet moins voor het bijvoeglijk naamwoord.
  • Obélix  est moins grand

  • Pas het bijvoeglijk naamwoord wel aan wanneer dit moet!
  •  La fille est moins grande

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • Zet aussi voor het bijvoeglijk naamwoord.
  • Les deux chiens sont aussi beaux.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • In vergelijkingen gebruik je plus...que, moins..que, aussi...que
  • que betekent 'dan' of 'als' . 

  •  Le lion est plus grand que le chat.
  •  Le film est plus intéressant que le livre. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • Julia (v.) est aussi gentille que Léa.
  • Julia is net zo (even) aardig als Léa.

  • Julia (v.) est moins gentille que Léa.
  • Julia is minder aardig dan Léa.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vergrotende trap.
Cette fille est ___ (kleiner). petit

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vergrotende trap.
Ce jean est ___ (moderner). modern

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vergrotende trap.
Cette maison est ___ (minder wit). blanc

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vergrotende trap.
Le chocolat est ___ (beter dan) le gâteau. meilleur

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vergrotende trap.
L'espagnol est ___ (moeilijker dan) le français. difficile

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap
  • De vergrotende trap van goed, lekker is onregelmatig:
  • bon (=goed, lekker), meilleur =(beter, lekkerder)

  • Le  dessert est meilleur.
  •  Léa est meilleure

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreffende Trap
De overtreffende trap wordt gevormd door le plus, la plus, les plus voor het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen.

De overtreffende trap wordt gevormd door le moins, la moins, les moins voor het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen.

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van de overtreffende trap zoals 'le plus grand' voor 'de grootste'
OVERTREFFENDE TRAP

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DES QUESTIONS ???


DES QUESTIONS???

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies