1.2 Jagers worden boeren

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Middelen van bestaan zijn
manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan
hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik: wat was ook alweer de Vruchtbare halvemaan?

Slide 22 - Open vraag

Noem een gevolg van de landbouwrevolutie

Slide 23 - Open vraag

Noem twee onderdelen waar landbouw uit bestaat:

Slide 24 - Open vraag

Een revolutie is een grote verandering. Geef hieronder aan wat er veranderde door de landbouwrevolutie
Jagers en verzamelaars
Boeren
Hutten van gras
Woning van leem
Geen dieren
Huisdieren
Steeds verhuizen
Op één plek wonen
Veel jagen
Graan oogsten
Grote groep
Kleine groep

Slide 25 - Sleepvraag

Levenswijze van de eerste boeren

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Jagers en verzamelaars
De eerste boeren
wel of geen vaste woonplaats?
Huis
Grootte van de groep
Kleding
Hoe komen ze aan eten?:
Bezittingen?:

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Jagers en verzamelaars
De eerste boeren
wel of geen vaste woonplaats?
geen vaste woonplaats/ nomadisch
vaste woonplaats
Huis
wonen in hutten en tenten
wonen in stevige boerderijen
Grootte van de groep
Klein, 20 á 30 mensen
groter, 30 á 50
Kleding
weinig kleding
dragen van dierenvachten/ 
Hoe komen ze aan eten?:
jagen op wilde dieren, verzamelen van vruchten
veeteelt en akkerbouw, nog een beetje jagen.
Bezittingen?:
niks, kostte alleen maar moeite om alles mee te nemen
meer bezittingen, ze hoefde er niet meer mee rond te lopen. Potten voor opslag van eten.

Slide 34 - Tekstslide