Zuivere stoffen en mengsels

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Nask kader 2

pak je laptop/tablet en ga naar lesson up!
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week
Stoffen
Stofeigenschappen 
Gevarensymbolen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen stofeigenschap
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Cola

Slide 4 - Quizvraag

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 5 - Open vraag

Wat bedoelen we met stofeigenschappen
A
Dat vertelt waar een stof van gemaakt is.
B
Eigenschap waar we een stof aan kunnen herkennen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Deze week

  • Zuivere stoffen en mengsels
  • Oplossing
  • Suspensie
  • Emulsie

Slide 10 - Tekstslide

Moleculen
Als je een stof zo klein mogelijk  maakt dan blijft er nog maar een deeltje van deze stof over. Dat noemen we een molecuul

Hoeveel moleculen zitten er in één druppeltje water?

Slide 11 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro (Elon Musk)

                  

Slide 12 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro (Elon Musk)

Als je elke dag €5.000 euro zou krijgen. Hoe lang duurt het tot je zoveel geld hebt als Elon?
                  

Slide 13 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro (Elon Musk)

Als je elke dag €5.000 euro zou krijgen. Hoe lang duurt het tot je zoveel geld hebt als Elon?

meer dan 200.000 jaar, Dus als de eerste moderne mens €5.000 euro per dag zou krijgen zou hij minder rijk zijn dan Elon.
                  

Slide 14 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro
         7 500 000 000 000 000 000 zandkorrels strand


Slide 15 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro
         7 500 000 000 000 000 000 zandkorrels strand
    200 000 000 000 000 000 000 sterren


Slide 16 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
in 1 druppel water zitten:
                              430 000 000 000 euro
         7 500 000 000 000 000 000 zandkorrels strand
    200 000 000 000 000 000 000 sterren
2 000 000 000 000 000 000 000 moleculen

Slide 17 - Tekstslide

Zuivere stof of mengsel 
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul
Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen.

Slide 18 - Tekstslide

mengsel:
meerdere soorten moleculen

zuivere stof:
één soort moleculen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een zuivere stof
A
Water
B
Limonade

Slide 20 - Quizvraag

Oplossing
Als een stof goed oplost in een vloeistof
De oplossing is helder

Slide 21 - Tekstslide

Verzadigde oplossing
Je hebt een verzadigde oplossing als je niet nog meer stof kan laten oplossen in een andere stof.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kun je soms meer stof oplossen?
A
Temperatuur verhogen
B
Temperatuur verlagen
C
Hard roeren
D
Schudden

Slide 23 - Quizvraag

Suspensie
Een vaste stof die niet oplost in vloeistof
Is troebel, je kunt er niet doorheen kijken

Slide 24 - Tekstslide

Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel

Slide 25 - Quizvraag

Emulsie
Wanneer je een vloeistof niet kunt oplossen in een andere vloeistof
Is troebel je kunt er niet doorheen kijken

Slide 26 - Tekstslide

Emulgator
Om een emulsie goed te laten mengen kun je een emulgator gebruiken

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer je een vloeistof niet goed in een andere vloeistof kan oplossen noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 28 - Quizvraag

Als een vloeistof helder is dan noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie

Slide 29 - Quizvraag

Een vaste stof die niet is oplost in een vloeistof
A
Oplossing
B
Suspensie

Slide 30 - Quizvraag

aan de slag!
afmaken opdracht 1 t/m 11 van §2.1
maken opdracht 1 t/m 8 van §2.2
Klaar? maken test jezelf §2.1 en §2.2

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Volgende week 
Verder met stoffen

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Learnbeat Stoffen 1.2 - Les 2 zuivere stoffen en mengsels

Slide 33 - Tekstslide