14 - Op weg naar rijbewijs B

Op weg naar rijbewijs B - les 14
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op weg naar rijbewijs B - les 14

Slide 1 - Tekstslide

Welke auto mag in deze situatie als eerste doorrijden?
A
De blauwe auto
B
De bromfietser
C
De rode auto

Slide 2 - Quizvraag

1. Voorrang van rechts 
De rode auto mag als eerste doorrijden. Maar waarom?  
Op een kruispunt waar dit verkeersbord staat, moet je voorrang verlenen aan de bestuurders van voertuigen die van rechts komen. Het heeft geen belang in welke richting de bestuurder die van rechts komt, wil rijden.

In dit voorbeeld mag de rode auto eerst doorrijden. Deze auto komt namelijk van rechts.

Slide 3 - Tekstslide

Welke auto mag in deze situatie als eerste doorrijden?
A
De blauwe auto
B
De groene auto
C
De rode auto

Slide 4 - Quizvraag

1. Voorrang van rechts 
De blauwe auto mag als eerste doorrijden. Maar waarom?  
Op een kruispunt waar geen verkeersborden staan die de voorrang regelen, geldt ook de voorrang van rechts. 

In dit voorbeeld mag de blauwe auto eerst doorrijden. Hij heeft geen voertuig aan zijn rechterkant, dus moet geen voorrang verlenen. Daarna mag de rode auto doorrijden en vervolgens de groene auto.

Slide 5 - Tekstslide

2. Wanneer geldt de voorrang van rechts niet
Wanneer geldt de voorrangsregel niet?
  • Uitrit: Je moet geen voorrang verlenen aan bestuurders die een privé-uitrit verlaten
  • Parkeerplaats: Je moet geen voorrang verlenen aan een bestuurder die een parkeerplaats verlaat
  • Aardeweg: Je moet geen voorrang verlenen aan bestuurders die op een aardeweg rijdt die kruist met een verharde rijbaan

Slide 6 - Tekstslide

2. Wanneer geldt de voorrang van rechts niet
Wanneer geldt de voorrangsregel niet?
  • Pad: Je moet geen voorrang verlenen aan bestuurders die op een pad rijden die kruist met een verharde rijbaan
  • Verkeerde rijrichting: Je moet geen voorrang verlenen aan een bestuurder die in een verkeerde rijrichting rijdt.

Slide 7 - Tekstslide

3. Voorrang voor kwetsbare weggebruikers
Als de bestuurder die van rechts komt over een oversteekplaats voor voetgangers wil rijden, moet hij eerst voorrang verlenen aan de voetgangers die hiervan gebruik maken.

In dit voorbeeld moet de rode auto eerst voorrang verlenen aan de voetganger. Vervolgens mag hij doorrijden want hij komt van rechts. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke mag er in deze situatie als eerste doorrijden?
A
De gele auto
B
De groene auto
C
De fietser

Slide 9 - Quizvraag

3. Voorrang voor kwetsbare weggebruikers
De fietser mag als eerste doorrijden. Maar waarom?  
Als de bestuurder die van rechts komt over een fietspad wil rijden, moet hij eerst voorrang verlenen aan de fietsers en bromfietsen die hiervan gebruik maken.

In dit voorbeeld moet de groene auto eerst voorrang verlenen aan de voetganger. Vervolgens mag hij doorrijden want hij komt van rechts. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke mag er in deze situatie als eerste doorrijden?
A
De blauwe auto
B
De rode auto
C
De bromfietser

Slide 11 - Quizvraag

3. Voorrang voor kwetsbare weggebruikers
De rode auto mag als eerste doorrijden. Maar waarom?  
Als de bestuurder die van rechts komt over een fietssuggestiestrook rijdt, geldt de voorrang van rechts. 

Zowel de blauwe auto als de fietser moeten voorrang verlenen aan de rode auto want deze komt van rechts. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link