HS 11 Quiz

HS 11 opdracht 1a
A
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op roerende zaken
B
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op registergoederen
C
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op niet-registergoederen
D
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op "res nullius"
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

HS 11 opdracht 1a
A
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op roerende zaken
B
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op registergoederen
C
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op niet-registergoederen
D
zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op "res nullius"

Slide 1 - Quizvraag

opdracht 1b
A
Pedro is hypotheekhouder. De bank is hypotheekgever
B
Pedro is hypotheeknemer. De bank is hypotheekhouder
C
Pedro is hypotheekgever. De bank is hypotheek nemer
D
Pedro is hypotheekgever. De bank is hypotheekhouder

Slide 2 - Quizvraag

opdracht 1c
A
Er wordt elke maand een vast bedrag afgelost
B
Er wordt elke maand een vast bedrag aflossing+ rente betaald
C
Pas aan het eind van de looptijd wordt de hele hypotheekschuld afgelost
D
Er wordt maandelijks een premie levensverzekering betaald

Slide 3 - Quizvraag

opdracht 2a
A
Hypotheekgever mag het huis verhuren
B
Hypotheekhouder mag het huis verhuren
C
Hypotheekhouder mag het huis niet verhuren
D
Hypotheekgever mag het huis niet verhuren

Slide 4 - Quizvraag

opdracht 2b
A
omdat verhuurd huis veel minder waard is dan een vrij opgeleverd huis (daardoor minder zekerheid)
B
omdat de hypotheekhouder eerst wil weten wie de huurder is
C
omdat verhuurd huis meer waard is dan een vrij opgeleverd huis
D
omdat de hypotheekhouder niet de huur kan ontvangen

Slide 5 - Quizvraag

opdracht 2d
A
bij verkoop moet het huis worden ontruimd
B
bij wanbetaling moet het huis worden ontruimd
C
bij verhuur moet het huis worden ontruimd
D
bij afsluiten hypotheek moet het huis worden ontruimd

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht 2e
A
Pedro heeft gelijk
B
niet verstandig want bank heeft recht van parate executie
C
niet verstandig want meeste rechters geven geen uitstel
D
Pedro heeft gelijk als hij niet te lang wacht met betalen

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 2f
A
dat zal niet lukken want 1e hypotheek is te zien in openbaar register
B
dat is een mogelijkheid
C
dat zal niet lukken want je kan maar 1 hypotheek afsluiten
D
dat zal niet lukken tenzij Pedro de 1e hypotheek aflost

Slide 8 - Quizvraag

opdracht 3a
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

opdracht 3b
A
onjuist
B
juist

Slide 10 - Quizvraag

opdracht 3c
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

opdracht 3d
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

opdracht 3e
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

opdracht 3f
A
onjuist
B
juist

Slide 14 - Quizvraag

opdracht 3g
A
onjuist
B
juist

Slide 15 - Quizvraag