Waterkwaliteit 3D

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceBiologie+1Middelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze LessonUp behoort bij het waterdiertjes onderzoek van GLOBE Nederland en Wageningen UR:
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Inleiding waterkwaliteit 
  2. Waterkwaliteit Mheenpark vijver onderzoeken. 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk water is het schoonst?

A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Vraag leerlingen: In welk water zou je het liefste willen zwemmen?
De leerlingen zullen wellicht de foto linksonder kiezen. Echter je kunt erbij vertellen dat deze is genomen in de Donaudelta waar het water flink vervuild was door de scheepvaart op het moment dat de foto werd genomen. Er schoon uitzien zegt dus niet perse iets over hoe schoon het water ook echt is. Linksboven is een lozing van chemische stoffen bij een chemische fabriek in België (rond 1980). Dit was en is natuurlijk niet toegestaan maar gebeurt soms toch. Uiteraard is de regelgeving tegenwoordig veel strenger en controleert de Nederlandse overheid ook of dit niet gebeurt.
De foto rechtsonder laat vooral zien dat er veel voedingsstoffen in het water zitten waardoor het kroos veel kans krijgt. Het bekertje is niet direct van invloed op de waterkwaliteit als je het er snel weer uit haalt. Als plastic langer in het water ligt kan het juist wel heel schadelijk zijn voor dieren doordat het uit elkaar valt in micro plastics. Uiteindelijk verdwijnt plastic nooit helemaal uit het milieu.
Conclusie: de foto rechtsboven laat waarschijnlijk de beste waterkwaliteit zien.

Typ je antwoord(en) in op je smartphone!
Wanneer is water schoon?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is water schoon?
  1. Als er geen chemische stoffen in het water zitten.
  2. Als er niet te veel voedingsstoffen in het water zitten.
  3. Als het water helder is.
  4. Als er genoeg zuurstof in het water zit.
  5. Als er geen afval in het water ligt zoals plastic.
  6. Als er veel waterplanten in het water groeien.
  7. Als er veel verschillende soorten waterdiertjes in voorkomen.
  8. Als er geen bacteriën in zitten waar je ziek van wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is dit water zo groen?
A
Kroos
B
Algen
C
Waterplanten
D
Bladafval van bomen

Slide 6 - Quizvraag

Vraag leerlingen: Waardoor zou dit water zo groen zijn?
Dit is een foto van water waar veel voedingsstoffen in zitten, daardoor gaan er veel algen in het water groeien. Er zijn veel verschillende soorten algen in het water. Wij zien alleen die slijmerige groene drab maar onder een microscoop zie je hele mooi structuren.
Welk dier eet algen?
Alg --> ?

Slide 7 - Tekstslide

Er is hier een onbalans tussen eten en gegeten worden. De algen eten wel, maar niemand eet de algen.
Vraag leerlingen: Wie eet er algen?
Antwoord: volgende dia

Alg --> Watervlo --> ?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Libellen vangen vliegende insecten, zoals muggen, vliegen, motten, etc. Soms ook vlinders en elkaar.


De larven eten naast watervlooien ook andere kleine waterdiertjes. De larven worden gegeten door waterkevers, vissen en vogels.

Huid waar de libel uitgekropen is

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alg
Watervlo
libelle 
waterkever
vissen
vogels
mug
vlieg
mot

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deze diertjes hebben hun naam te danken aan hoe ze zwemmen.


Hoe denk je dat ze heten?

A
Roeitor
B
Zwemkever
C
Bootsmannetje
D
Roeiwants

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ze heten ruggenzwemmer (omdat ze op hun rug zwemmen) of bootsmannetje (omdat ze lijken op een mannetje wat een boot voort duwt met een peddel)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel waterdiertjes kunnen alleen overleven bij een bepaald soort water. Het moet heel schoon zijn of heel vies, veel zuurstof bevatten of juist niet. Waterkwaliteit is dus heel belangrijk! 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andersom zijn de typen waterdiertjes dus een indicatie van hoe goed de waterkwaliteit is. Juist omdat ze maar bij bepaalde omstandigheden overleven. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen kunnen de
waterkwaliteit beïnvloeden?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag / hypothese
Jullie gaan een onderzoek doen naar de kwaliteit van water in het Mheenpark.
Onderzoeksvraag:
Hoe is de waterkwaliteit van de vijver in het Mheenpark? 


Wat is jullie hypothese? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwijze
Abiotische factoren:
- weer
- licht
- temperatuur
- zuurstof gehalte
- EGV
- pH
- hardheid
- nitraat




Noteer ook bij de gegevens:
  • Welk water je gaat onderzoeken
  • De datum
  • De weersomstandigheden
  • Dingen die je opvallen bij het water zoals: veel honden / koeien, zwemmen er eenden in het water, zijn er veel vissers, veel algen/kroos op het water, veel/weinig planten in de oever, stroomt het water of is het een afgesloten water
Biotische factoren:
- waterplanten
- waterdieren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analyseer de gegevens
Controleer of de gegevens die jij hebt verzameld overeenkomen met je hypothese.

Verschillen jouw uitkomsten met die van jouw hypothese? Ga dan op zoek naar een verklaring.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Nadat je alle data hebt geanalyseerd en met je hypothese hebt vergeleken kun je een conclusie trekken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies