Les 10 - formuleren

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Bookwidget + overzicht signaalwoorden

Documenten:

Oefeningen:

Thuis oefenen

1. Antwoorden vergelijken

pg. 119

Het antwoord is te uitgebreid en ongestructureerd. Eerst gaat het over PIE, dan Indo-Europese talen en plots terug over PIE.

Het is een bondig antwoord waarin de belangrijke informatie in volzinnen wordt gegeven.

Het antwoord wordt schematisch weergegeven en niet in volzinnen.

2. Een goed antwoord formuleren

pg. 120

Een goed antwoord formuleren

Beantwoord de vragen op p. 120 om na te gaan hoe sterk je al bent in het formuleren van een goed antwoord.

Wat was je resultaat?

Ik antwoordde meestal a of b.

Ik antwoordde meestal c of d.

Waarom is taalvaardigheid (volgens jou) belangrijk bij verdere studies?

Waarom is taalvaardigheid belangrijk bij verdere studies?

De leerkracht leest voor. 

Denk na: 

• Wat is het onderwerp van de tekst?

• Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

In één woord waar de tekst over gaat.

Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd. De centrale boodschap.

Doel: een antwoord formuleren op centrale vraag

Waarom is taalvaardigheid belangrijk bij verdere studies?

p. 121

Optioneel: extra oefening pg. 123-124

Verbetersleutel op Smartschool

3. Een goede alinea schrijven/formuleren.

pg. 125

Waarom is deze zin de kernzin en de rest van de alinea de uitwerking?

Wat is de relatie tussen de kernzin en de rest van de alinea

Wat is de relatie tussen de kernzin en de rest van de alinea?

Bedenk een goede kernzin voor deze alinea.

Maak oef. 9

De leerkracht kijkt deze na.