HA3: Woordenschat H4: pleonasme, tautologie

Woordenschat
Pleonasme en tautologie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Pleonasme en tautologie

Slide 1 - Tekstslide

Doel


Je weet wat pleonasme en tautologie is


Je kunt bovenstaande stijlfiguren in een zin herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
Pleonasme en tautologie
Kijk maar eens naar het volgende korte filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Pleonasme

Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden.

Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.).


Bijvoorbeeld:

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat (weer weglaten)

Het groene gras staat er weer mooi bij. (dubbelop)


Slide 5 - Tekstslide

Tautologie

Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.


Bijvoorbeeld:

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Even checken
Geef van de volgende zinnen aan of je een vorm van tautologie of pleonasme herkent

Slide 7 - Tekstslide

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quizvraag

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quizvraag

Het is een en al leugens en bedrog in die relatie van haar.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 10 - Quizvraag

Er is een laag verse witte sneeuw gevallen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quizvraag

De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 12 - Quizvraag

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 13 - Quizvraag

Die eeneiige tweelingzusjes zijn uiterlijk identiek hetzelfde, maar hun karakter is zeer verschillend.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 14 - Quizvraag

extra checken?
Op de volgende pagina's kun je via online opdrachten checken of je het verschil tussen de verschillende stijlfiguren kent/herkent

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link