Wisk-y H1 getallen quiz

H1 Getallen Quiz
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H1 Getallen Quiz

Slide 1 - Tekstslide

is groter dan
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

groter of kleiner

1/3 = groter / kleiner dan 1/4
A
groter
B
kleiner

Slide 3 - Quizvraag

Hoe schrijf je 15% als decimaal?
A
0,15
B
1,5
C
0,015
D
15

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel decimalen heeft dit getal?
345,23762
A
3
B
5
C
7
D
8

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je de onderkant van een breuk? (onderste getal)
A
Noemer
B
Teller

Slide 6 - Quizvraag

In de breuk 3/4 is 4 de
A
Teller
B
Noemer

Slide 7 - Quizvraag

X kwadraat =
A
x maal x
B
x plus x
C
x min x
D
x maal x maal x

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tegenoverstelde van een kwadraat?
A
Macht
B
Keer
C
Wortel
D
Delen

Slide 9 - Quizvraag

Het kwadraat van 4 = ...
A
8
B
16
C
64
D
2

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een wortel?
A
Oranje
B
5=25
C
49=7
D
66=36

Slide 11 - Quizvraag

groter of kleiner

1/3 = groter / kleiner dan 1/4
A
groter
B
kleiner

Slide 12 - Quizvraag

Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?
A
- 1,5
B
- 2,5
C
1,5
D
2,5

Slide 13 - Quizvraag

Rond 450 af op honderdtallen


A
400
B
500
C
45
D
460

Slide 14 - Quizvraag

Rond af op honderdtallen:
734 289
A
734 000
B
734 200
C
734 300
D
734 290

Slide 15 - Quizvraag

Afronden op duizendtallen.
17800 wordt
A
17000
B
17900
C
18000
D
17500

Slide 16 - Quizvraag

<
Betekent kleiner dan
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

schat op tientallen
179

A
170
B
200
C
180
D
100

Slide 18 - Quizvraag

Groter of kleiner?
.......... -7,8
754
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 19 - Quizvraag

Een kwart van 220 =
A
55
B
50
C
52
D
54

Slide 20 - Quizvraag

Ik vereenvoudig de breuk
hiernaast zo veel mogelijk.

De breuk wordt dan ....
A
21
B
32
C
73
D
76

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de twee breuken is een gelijknamige breuk?
A
B

Slide 22 - Quizvraag