P11 - Les 4 - Zwangerschap

Peride 11 - Les 4
Zwangerschap
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Peride 11 - Les 4
Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de bijbal?
A
het opslaan van kiemcellen
B
het produceren van voedingsstoffen voor het zaadvocht
C
het laten rijpen van de zaadcellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor zorgt FSH
A
Het afbreken van het baarmoederslijmvlies
B
Het laten groeien van het baarmoederslijmvlies
C
Het maandelijks laten rijpen van een eicel
D
Het produceren van oestrogeen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bevindt zich een Graafs folikel?
A
In de testikels
B
In een ovarium
C
In de uterus
D
In de eileiders

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de levensduur van zaadcellen?
A
12-24 uur
B
48-72 uur
C
5 dagen
D
1 week

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de ovulatie
A
springt de eicel uit het follikel jasje
B
wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
C
verdwijnt het gele lichaam
D
nestelt het bevrucht eitje zich in

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de ovulatie?
A
7 dagen na begin menstruatie
B
14 dagen na begin menstruatie
C
Na de eisprong
D
Voor de eisprong

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zygote?
A
De eerste cel van het nieuwe organisme
B
stadium na embryo, twee maanden oud
C
16 tot 32 stamcellen
D
De bevruchte eicel die zich innestelt in de baarmoederwand

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag van de menstruatiecyclus is de kans op bevruchting het grootste?
A
Dag 1
B
Dag 4
C
Dag 14
D
Dag 24

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee start de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Eisprong
D
Gele lichaam

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee eindigen de voorbereidingen voor een innesteling?
A
Bevruchting
B
Menstruatie
C
Ovulatie
D
Klievingsdelingen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zygote, embryo, foetus

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Embryo & foetus
De eerste 12 weken van een zwangerschap
heet het ongeboren kind een embryo.
Daarna heet het een foetus.
         Embryo van 7 weken            Foetus van 4 maanden          Foetus van 6 maanden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke dag tel je de zwangerschap?
A
14 dagen na de laatste menstruatie
B
1e dag van de laatste menstruatie
C
laatste dag van de laatste menstruatie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde in de embryonale ontwikkeling?
A
zygote -> foetus -> embryo
B
zygote -> embryo -> foetus
C
foetus -> zygote -> embryo
D
Embryo -> zygote -> foetus

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Via welk onderdeel krijgt het embryo zuurstof en voedingsstoffen?
A
Navelstreng
B
Placenta
C
Baarmoeder
D
Vruchtvliezen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon is er alleen aanwezig in de urine van een zwangere vrouw?
A
LH
B
FSH
C
HCG

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De embyonale fase van een zwangerschap duurt
A
van de 10e tot de 26e week
B
tot de 9e week
C
van de 12e tot de 40e week

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benamingen voor de zwangere
gravida= zwangere
primi gravida = voor het eerst zwanger
multi gravida= meer dan een keer zwanger geweest.
primi para= voor het eerst bevallen
multi para = meer dan een keer bevallen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat vanuit de foetus naar de moeder toe?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Voedingsstoffen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De embryo is de fase:
A
tot en met 8 weken
B
tot en met 12 weken
C
tot en met 14 weken
D
tot en met 10 weken

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de fase van de foetus
A
2-40 weken
B
4-40 weken
C
9-40 weken
D
12 - 40 weken

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
De normale bevalling

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Herhaal Hoofdstuk 12 uit boek A&F
Lees de Reader : De normale bevalling (Teams)
Bekijk de volgende Video:

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sonja kreeg 2 miskramen en is
nu bevallen van een gezonde
dochter. In het dossier staat.....
A
PII,GI
B
GII,MI
C
GII, PI

Slide 38 - Quizvraag

Zij is een vrouw die voor het eerst bevalt dus een primipara, maar het is de tweede keer dat zij zwanger is, zij is dus een multigravida