OEFENTOETS INDIA H5

OEFENTOETS INDIA H5 3VWO
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

OEFENTOETS INDIA H5 3VWO

Slide 1 - Tekstslide

Welke twee letters van Köppen passen bij de klimaatdiagram?

Slide 2 - Open vraag

Welke twee letters van Köppen passen bij de klimaatdiagram?

Slide 3 - Open vraag

Waarom spreken de Indiërs zo goed Engels?
A
Dat leren ze op school
B
India was vroeger een kolonie van de VS
C
India was vroeger een kolonie van Groot Brittannië
D
India ligt dichtbij Australie

Slide 4 - Quizvraag

Na de onafhankelijkheid werd India 1 land
met daarin 1 centrale regering met daarnaast
in elke deelstaat een eigen regering.
Hoe noemen we dat ook wel?
A
Koninkrijk
B
Corruptie
C
Democratie
D
Federatie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste godsdienst in India?
A
Islam
B
Boeddhisme
C
Hindoeisme
D
Christelijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de definitie van
een lingua franca?
A
Dat is de munteenheid die gebruikt wordt in India
B
Dat is een type Hindi accent, veel gebruikt in de zuidelijke staten van India
C
Taal die lokaal gebruikt wordt door de fransen in hun kolonies
D
Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met verschillende moedertalen

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderstaande uitspraak is van toepassing op het Kastenstelsel?

A
Het kastenstelsel zorgt voor gelijkheid
B
Een andere naam voor kastelozen is shudra.
C
Het kastenstelsel zorgt voor ongelijkheid
D
De Engelsen hebben het kastenstelsel ingevoerd

Slide 8 - Quizvraag

India heeft een groeiende bevolking. De helft van de bevolking is jonger dan 25 jaar, hoe noemen we die druk?
A
Grijze druk
B
Groene druk
C
Blauwe druk
D
Roze druk

Slide 9 - Quizvraag

De bevolking in India zal de komende 25 jaar blijven toenemen, maar het vruchtbaarheidscijfer neemt wel af. Wat is het vruchtbaarheidscijfer?
A
Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt
B
Het aantal kinderen (onder de 18 jaar oud) in een land
C
Het gemiddelde aantal jaar dat kinderen bij hun ouders blijven wonen
D
Het gemiddelde aantal vrouwen dat zwanger kan worden in een land

Slide 10 - Quizvraag

Welke drie uitspraken zijn goed? 
Juist
Onjuist
In India wonen veel moslims.
In India worden honderden verschillende talen gesproken.
30% van de inwoners van India is hindoe.
Urdu en Hindi zijn de twee officiële talen in India.
Niet alle Indiërs spreken Hindi.
Rundvlees wordt in India veel gegeten.

Slide 11 - Sleepvraag

De wet van Buys Ballot bestaat uit 2 regels.
De eerste regels is: wind waait altijd van hoge drukgebied naar lage drukgebied.
Wat is de tweede regel?
A
Op het noordelijk en zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar het noorden
B
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts met de wind in de rug, op het zuidelijk halfrond naar links
C
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar links met de wind in de rug, op het zuidelijk halfrond naar rechts.
D
De wind waait altijd in een rechte lijn van hoog naar laag.

Slide 12 - Quizvraag

Welke type wind zie je op de afbeelding?
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind
C
Zij wind
D
Lage wind

Slide 13 - Quizvraag

Welke maand past het best bij de kaart?
A
januari
B
juni

Slide 14 - Quizvraag

In welk seizoen is het regenseizoen in India?
A
Januari
B
December
C
Juli
D
Februari

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de moesson naar het juiste plaatje!
Natte moesson
Droge moesson

Slide 16 - Sleepvraag

Waarom is het bij de ITCZ altijd bewolkt / regenachtig weer?
A
Bij de ITCZ is een hogedrukgebied, hier daalt de lucht. Tijdens het dalen vindt er condensatie
B
Bij de ITCZ is een hogedrukgebied, hier stijgt de lucht. Tijdens het stijgen vindt er condensatie
C
Bij de ITCZ is een lagedrukgebied, hier daalt de lucht. Tijdens het dalen vindt er condensatie
D
Bij de ITCZ is een lagedrukgebied, waar de lucht. Tijdens het stijgen vindt er condensatie en wolken-vorming plaats.

Slide 17 - Quizvraag

India heeft droge winters en natte zomers. Dat komt door de moesson. Wat is deze moesson?
A
Een storm vanuit de Himalaya
B
Een hittegolf
C
Wind die elk half jaar van richting wisselt
D
Een orkaan met veel onweer en neerslag

Slide 18 - Quizvraag

Zomer 
Winter
Hoge druk
Lage druk
Stuwingsneerslag
Droge periode
Aanlandige wind
Aflandige wind

Slide 19 - Sleepvraag

Bekijk de kaart.
Wanneer eindigt de moesson in Mumbai?
A
5 juni
B
10 juni
C
1 oktober
D
15 oktober

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent BNP?
A
Bruto Nationaal Product
B
Bruto Nationale Plaats
C
Behoorlijk Niks Papier
D
Beroep Nationale Politie

Slide 21 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij bedrijven die vestigingen over de hele wereld hebben?
A
multinationals
B
analfabeten
C
informele sector
D
rijkdom

Slide 22 - Quizvraag

Wat is globalisering ?
A
Een heleboel bedrijven bij elkaar in een speciaal economische zone
B
Goedkope arbeid in lagelonenlanden
C
Een goede infrastructuur , onderwijs en zorg
D
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld + informati

Slide 23 - Quizvraag

Onder welk deel van de wereld valt India?
A
Centrum
B
Semi-periferie
C
Periferie

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent SEZ?
A
Super Eigenzinnig Zeuren
B
Speciaal Economische Zones
C
Speciaal Econimische Zaken
D
Speciaal Euro Zone

Slide 25 - Quizvraag

Wat hoefde veel bedrijven niet te doen als ze zich in de SEZ gingen vestigen?

Slide 26 - Open vraag

Waarom zijn er veel internationale bedrijven of fabrieken naar India gegaan?
Schrijf/noem 2 redenen.

Slide 27 - Open vraag

Welke diagram hoort het meest bij India?

Slide 28 - Sleepvraag

Koppel het juiste kenmerk bij de bevolkingsdiagram.
dalende bevolkingsgroei
Snelle bevolkingsgroei
langzame bevolkingsgroei

Slide 29 - Sleepvraag

Kies de juiste woorden bij de gaten in de tekst.

Na 1990 kwamen er in India steeds meer....
In deze gebieden laten...
producten maken voor het buitenland.
Voor India is dit goed voor de....
Daarnaast heeft India zelf ook een grote...
SEZ's
multinationals
economie
afzetmarkt

Slide 30 - Sleepvraag

opkomend land
Globalisering
dienstensector
braindrain
remittances
een land dat een snelle economische groei doormaakt
Geldzendingen van migranten naar het land van herkomst
Het proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
Ook wel de tertiaire sector genoemd. bijv. winkeliers, kappers, advocaat
het vertrek van goedopgeleide mensen naar het buiteland

Slide 31 - Sleepvraag

In India zijn méér.......
A
jongeren dan ouderen
B
ouderen dan jongeren

Slide 32 - Quizvraag

In India
A
is de urbanisatiegraad en het urbanisatietempo lager dan in NL
B
is de urbanisatiegraad hoger en het urbanisatietempo lager dan in NL
C
is de urbanisatiegraad lager en het urbanisatietempo hoger dan in NL

Slide 33 - Quizvraag

India was een
A
vestigingskolonie van Groot - Brittannië
B
een exploitatiekolonie van Groot - Brittannië

Slide 34 - Quizvraag

Wanneer is de kans op het ontstaan van sloppenwijken het grootst?
A
Bij een hoog verstedelijkingstempo
B
bij een laag verstedelijkingstempo

Slide 35 - Quizvraag

Wat kan de overheid doen om mensen in sloppenwijken te helpen? (meerdere goede antwoorden)
A
Nieuwe woningen bouwen voor deze mensen
B
Basisinfrastructuur aanleggen
C
De mensen betrekken bij de stad
D
Opleidingen aanbieden

Slide 36 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Human Development Index
B
Ruraal-urbane migratie
C
Economische globalisering
D
Duale economie

Slide 37 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Human Development Index
B
Ruraal-urbane migratie
C
Economische globalisering
D
Duale economie

Slide 38 - Quizvraag

Tot welke sector behoren de bedrijven in Bangalore?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Informele sector

Slide 39 - Quizvraag

Vanuit welke dimensie kan je het nieuwsartikel het beste verklaren?
A
Sociaal-culturele dimensie
B
Fysische dimensie
C
Economische dimensie

Slide 40 - Quizvraag

Wat hebben de BRICS-landen gemeen? En welke landen zijn onderdeel van de BRICS?

Slide 41 - Open vraag

Einde

Slide 42 - Tekstslide